Ouders langs de lijn

14 February 2024, 11:27 uur
Columns
mainImage

Na 't eten een partijtje voetbal in de tuin, de ouders langs de lijn. Wie O O Den Haag kent, kan deze tekst moeiteloos meezingen. De steeds beter wordende lofzang op een van de meest bijzondere oorden op aarde wordt ook bij elke thuiswedstrijd van ADO Den Haag gedraaid. Kort voor de aftrap. Vrijwel iedereen zingt mee. Een enkele slaapkop zet het refrein te vroeg in, want er is eerst nog een tweede couplet. Wie die blunder maakt, krijgt van supporters om hem heen ongenadig op z’n kloten en maakt de fout nooit meer. En de wereldvreemde scheidsrechter die het duel al laat beginnen wanneer de evergreen nog niet helemaal is afgedraaid, wordt tot en met de blessuretijd massaal uitgefloten.

Harrie Jekkers schreef zijn magnum opus onder het pseudoniem Harry Klorkestein, een anagram van Klein Orkest, de Nederpopband waarvan hij zanger en tekstschrijver was. Deze informatie valt onder algemene basiskennis. U als intelligente lezer van dit dito digitale medium weet dat natuurlijk al lang. Net zoals u ook bekend is dat Jekkers het nummer in 1981 schreef voor zijn goede Haagse vriend Cees Grimbergen, die dat jaar dertig werd. Een jaar later werd het als single uitgebracht. De rest is geschiedenis. Verdomd mooie geschiedenis. Probeer ‘m terug te vinden: Ach wat lèg ik toch te dromen, een film van Bart, de broer van Cees, Grimbergen en Roel Wijngaards-De Meij. Lachen en genieten. Met hier en daar een traan.

Ja, ik weet het, ook Over De Muur van Klein Orkest is een edelsteen. Maar, met en zonder uw welnemen, de Schilderswijk, de Lange Poten en het Plein doen mij veel meer dan Unter Den Linden, de Kurfürstendamm en Kreuzberg. Tenzij je daar ook een nachie kan stappen, op je Puch een wijffie kan halen, daarna dansen in de Marathon en na afloop op het Alexanderplein een harinkie kan happen. Maar dat betwijfel ik ten zeerste.

De ouders langs de lijn dus. Daarmee bedoelde Jekkers geen papa’s en mama’s langs de lijn van een voetbalveld. Maar op hun achterbalkons, uitkijkend over de gemeenschappelijke tuinen van de Haagse wijken Moerwijk, Morgenstond, Bouwlust, Vrederust en Escamp. Daar voetbalden Harrie, Cees, Bart en anderen na schooltijd de plaggen uit de grond. Tot het donker werd, en soms nog uren langer. Wat een tijd. Of op z’n Haags: Wadden tèt.

De voorbije decennia hebben ouders langs de echte voetballijn een minder positieve connotatie gekregen. Schreeuwen, schelden, vechtpartijen, de degeneratie van de maatschappij reflecteert het duidelijkst op het voetbalgras. Daar schijnt alles te mogen, ook bij de jeugd. Het is de KNVB een hele struik doornen in het oog. Ze probeert maatregelen te bedenken, maar die helpen wènag tot nies. We moeten het maar accepteren, is de algemene tendens. Gelukkig zijn er nog voldoende verenigingen waar nooit ellende is doordat professioneel denkende besturen er letterlijk bovenop zitten, misstanden tijdig detecteren, maatregelen nemen en streng zijn bij wie ze wel of niet toelaten als lid.

Kan het tij worden gekeerd? Nee, vergeet het maar, idiote ouders zie je al langs de lijn bij de allerjongste voetballertjes. Daar lopen ze, kleintjes van een jaar of vijf, zes, zeven. Op kleine veldjes met vaak te grote shirtjes en broekjes. Schilderachtig? Zeker. Dat kleine grut te zien darren in de kunstgraswei is een genot. Maar die ouders… Nee, schelden doen ze nog net niet. Maar wel met de stembanden op standje Joe Cocker hun kroost aanwijzingen geven die ze niet snappen. Dek door, dek door! Compact, compact! Hou breed, hou breed! Enzovoort, want op de Nederlandse voetbalvelden wordt alles twee keer gezegd, tot in het profvoetbal aan toe. De ouders daar langs de lijn denken dat hun peuters ook maar iets begrijpen van wat ze zeggen. Dus?

Dus moeten ze hun grote kop houden. En aanwijzingen overlaten aan de leiders/leidsters van het team. Die dat uiteraard in alle rust en in de kleedkamer doen, en niet luidruchtig langs de lijn. Maar ach, wat leg ik toch te dromen. Het voetbal is zó veranderd, van mij toch veel te vlug joh.