Over de Europese dameshoed

17 November 2023, 17:55 uur
Columns
mainImage

Een dameshoed op een oude foto verdient de aandacht. Meer dan zomaar even kijken en denken, ja toen droegen de vrouwen nog hoeden.

Wanneer u een familiefoto heeft met een hoed-dragende Europese vrouw, dan kunt u aan de hand hiervan onderzoek gaan doen om haar beter te leren kennen. Een vrouw die elk voorjaar en elk najaar een nieuwe hoed wil, is een andere vrouw die zegt: “Ach, een nieuw lintje om de hoed, dan kan het nog wel hoor.”

In het kleine des levens leren we over het grote des levens.

In De Reflector van 1 november 1919 las ik het artikel 'mevrouw Coelijn te midden van haar modisten'.  De grote foto hierboven is uit dat artikel. Of nou ja, artikel. Het was meer een foto met een bijschrift. Dit stond er:

“Woensdag 29 October was het 10 jaar geleden dat Mevrouw Coelijn, de eigenaresse van het bekende hoedenmagazijn van dien naam in Gang Passer Baroe, de zaak overnam van Mevrouw Valkenburg. Wel waardig is het te weten dat bij de overname de omzet bedroeg f 300.- per maand, Thans bedraagt deze omzet tusschen de vier en vijf duizend gulden! Wel een bewijs dat de stoere en werkzame Mevrouw Coelijn er slag van heeft haar zaak te beheeren. Trouwens de door haar atelier geleverde hoeden vallen te zeer in den smaak der Bataviasche (en Bataviasche niet alleen!) dames, dan dat wij daarover nog een aanbevelend woord zouden moeten schrijven.

Mevrouw Coelijn, het ga U en Uwe zaak goed, Prosit - tot over 10 jaar!”

Mevrouw Coelijn had bij de overname in 1909 dus 300 gulden omzet per maand.

Omgerekend: ruim achtduizend euro.

Anno 1919 heeft ze 4.000 gulden omzet per maand, minimaal.

Omgerekend: 58580.01 euro. Als ik dit goed lees, is het ruim 50.000 euro per maand. Een bedrag waarvan ik denk: 1 begrijp ik het wel goed en 2 hoe deed mevrouw Coelijn dat.

In ieder geval, hoeden zijn dus big business. Er waren in Batavia dan ook meer hoeden-magazijnen. Je kon als vrouw zijnde een confectiehoed kopen, met het risico dat je iemand tegenkomt die dezelfde hoed draagt. Of je bestelde bij mevrouw Coelijn. Ze heeft een eigen atelier waar ze hoeden laat maken, het is vermoedelijk couture. Mevrouw heeft ook modistes in dienst, vrouwen die verder helaas naamloos blijven maar wel op de foto mochten. Ze zien er netjes en bekwaam uit. Ik zou er zo iets bestellen.

Ik werd natuurlijk nieuwsgierig naar de persoon van mevrouw. Ze ziet er zo Hollands uit, en hoe dan toch. Veel wijzer werd ik niet, alleen had ik nieuwe vragen. In het paviljoen waar ze werkt, is ook een mode-academie gevestigd, meldt het Bataviaasch Nieuwsblad in 1918. Misschien was ze daar ook wel aan verbonden. Zoiets hoeft immers geen grote instelling te zijn. De Reflector publiceerde ook een foto van 'de toko van mevrouw Coelijn; zo enorm was het niet.

Er is sprake van een zekere meneer Coelijn. Hij lijkt mevrouw goed aan te vullen. In De Preanger-Bode van 1915 zag ik een advertentie waarin hij zichzelf aanprijst als zijnde het Soekaboemisch Kleedingmagazijn (tel. No. 187) met drie pluspunten:

14 jaar coupeur in Europa

10 jaar in de tropen

dus /geen jong coupeur

Hoe dat dan weer zit, is me een raadsel. Mevrouw Coelijn vertrok in 1927 naar de grote hoedenhemel, ze heeft vast honderden dameshoofden gesierd met een hoed naar eigen ontwerp.   Hoe en wat, dat staat vermoedelijk op uw oude familiefoto's. Hoe beter u kijkt, hoe meer u ziet en begrijpt.

 

https://www.indischeschrijfschool.nl