Zouden jonge Groenen eigenlijk beseffen wat voor een akelige man hun Eerste Kamerkandidaat Paul Rosenmöller is?
Ik vrees van niet.
Ze staan er niet eens bij stil wat hij allemaal op zijn kerfstok heeft.
Oudere Groenen weten het wel, maar die hebben hun belang en instructies en houden hun kiezen op elkaar.
We hebben het tegenwoordig wel eens over die Kuzu, en die halfgare Oztürk, maar vlak twintig jaar terug ook die Rosenmöller niet uit. Eigenlijk zijn die twee Turken er nog reuze naïef bij.
Ik heb het al zo vaak gezegd en bij elke naderende verkiezing blijf ik het herhalen: het groen in mij moet ik delen en dealen met de wetenschap dat GroenLinks altijd hele merkwaardige kopstukken in z’n midden heeft gehad.
Ria Beckers was destijds hevig voor de vrijlating van de laatste twee oorlogsmisdadigers uit Breda. Wijnand Duijvedak nam een koevoet mee van huis en brak in bij Economische Zaken. Jack Bogers seinde als loco van Wageningen de compagnon van Volkert van der Graaf in, waarna in no time alle bestanden van diens computer waren gewist. Sam Pornes was in zijn CPN-tijd adviseur van de Molukse treinkapers. Farah Karimi, die nu eveneens de kandidatenlijst van GroenLinks voor de Eerste Kamer aanvoert, was ooit lid van de terroristische organisatie Mujahedin Khalq. Tofik Dibi belazerde de kluit en gebruikte z’n wachtgeld om op z’n gemak een boek te schrijven. Mohammed Rabbea ontkende de duivelsverzen van Salman Rushdie. Femke Halsema was kampioen goed betaalde commissariaten en nu hebben we weer het meisjesidool Klaver, aan wie ook een behoorlijk draadje los zit. Maar de ergste was Rosenmöller.
You Tube heeft hem keurig gearchiveerd. Zelfs zijn adoratie voor de Cambodjaanse maoïstische massamoordenaar Pol Pot van de Rode Khmer komt ter sprake.
Wie nog twijfelt of het gerechtvaardigd is om volgende week woensdag GroenLinks te stemmen, moet maar eens avondje videootjes kijken. Elk verstandig mens is dan gauw genezen.
Slechts gedurende een teleurstellend korte tijd heeft Rosenmöller ingezien dat hij in het openbaar beter zijn snor kon drukken.
Normaal had hij een bord voor z’n kop, maar de eerste maanden na de moord op Pim Fortuyn begreep hij dat het wellicht toch handiger was om zich opgevouwen in een dressoirkastje te laten voederen door de allerlaatste mensen die hem nog aardig vonden.
Dat was in 2002.
Snel daarna at hij weer zonder enige schaamte mee uit de staatsruif door voor de IKON landen te bezoeken en daar mededogen te gaan staan suggereren als de camera draaide.
We weten het niet alleen, we hebben het ook nog onthouden.
En een jaar terug greep niemand in Rotterdam in toen Judith Bokhove, de fractieleider van GroenLinks, hem hierheen haalde om triomfantelijk de coalitie te smeden die er nu zit. Niemand die zei: weg met die vent. Ook Leefbaar niet.
Ik ben nog steeds vergeten te vragen hoeveel geld zijn bemiddeling heeft gekost. Maar waarschijnlijk moet dat geheim blijven, want daar heeft deze stad een houtje van.