Rembrandt was een genie zonder concessies (4)

15 September 2018, 11:05 uur
Columns
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Peggy Wijntuin, het voormalige raadslid van de Partij van de Arbeid in Rotterdam, verraste vriend en vijand met 200.000 euro besteedbaar gemeenschapsgeld voor een onderzoek naar het ongetwijfeld foute koloniale verleden van al ruim vierhonderd jaar morsdode stadgenoten.
Het bracht de inmiddels gepensioneerde geschiedenisleraar Ronald Sörensen (zie foto) op de gedachte om het gratis te doen via vier openbare brieven. Hij wil daarmee aantonen dat geschiedschrijving subjectief is en verder is hij bang dat de uitkomst van het onderzoek nu al bekend is.

Beste Peggy,


Op bezoek in de Hermitage van Sint Petersburg vertelde de gids met een geheimzinnige glimlach: “En nu het meest fascinerende en beroemdste deel van ons museum.”
“De Rembrandtafdeling”, fluisterde ik mijn vrouw in haar oor. En inderdaad in helaas slechts vijf minuten werden we langs de belangrijkste werken van het museum gejaagd.
Overal ter wereld vormen de werken van onze nationale trots Rembrandt van Rijn het hoogtepunt van de collectie. Van New York tot Sydney van Londen tot Montreal. Nederland spreekt op artistiek gebied niet alleen een woordje mee, maar voert de boventoon.

Rembrandt begon als jonge man in Leiden. Hij zag af van een studie en begon zich als leerling in de schilderkunst te bekwamen bij Pieter Lastman, die hij binnen een paar jaar overvleugelde. Met alle respect jegens zijn leermeester vestigde hij zich in later in Amsterdam, waar hij meer opdrachten als portretschilder kon krijgen. De al geschilderde portretten van zijn directe familieleven tonen een warme belangstelling voor hen. Ieder groefje op het gelaat van zijn vader en moeder is met liefde op het doek gezet.

Het is deze kunst van het kunnen inleven in een personage en dat via verf vertalen op een doek, die Rembrandt ook in zijn eigen tijd populair maakte. In tegenstelling tot veel schilders in ons land accepteerde Rembrandt ook opdrachten van mensen die geen lid waren van de heersende gereformeerde kerk. Ook doopsgezinden, Joden en Katholieken werden geportretteerd met dezelfde toewijding en liefde waarmee hij ook de Amsterdamse regenten schilderde.

Zijn artistieke vrijheid was hem zo lief , dat hij zelfs op latere leeftijd zonder daar waarschijnlijk een beloning voor te hebben gekregen twee Moren schilderde (tegenwoordig twee uit Afrika afkomstige mannen).

Naast portretten liet hij zich ook inspireren door verhalen uit het Oude en Nieuwe testament. Ook hier blijkt zijn compassie en gevoel voor de mensen om hem heen die hij een plek in zijn stukken geeft.

Rembrandt trok zijn eigen plan, omdat religieuze schilderijen eigenlijk na de beeldenstorm niet meer zo gewaardeerd werden in het calvinistische Nederland. Dat hij zich ook niet veel van rangen en standen aantrok bleek uit het feit, dat hij vijf passiestukken (levenseinde Jezus) voor de stadhouder Frederik Hendrik veel te laat afschilderde.

Hij verdiende veel geld, dat hij uitgaf aan zijn omgeving en kunst van andere schilders (o.a. Rubens). Helaas leidde die vrijgevigheid op den duur tot zijn faillissement zodat zijn hele kunstverzameling verkocht moest worden.

In het persoonlijk leven was het ook niet goed gegaan. Drie van zijn kinderen overleden op jonge leeftijd en ook zijn vrouw Saskia werd niet oud. Later kreeg hij een relatie met zijn huishoudster en verzorgster van zijn enig overgebleven zoon Titus (portret in museum Boymans- Van Beuningen). Toen zij, Hendrikje Stoffels, zwanger werd en een dochter kreeg erkende hij hun dochter; ondanks dat de kerk eigenlijk vond dat ze in “hoererij” geboren was. Iets dat getuigt van persoonlijkheid, verantwoordelijkheidsgevoel en natuurlijk liefde.

Onze belangrijkste nationale schat “De Nachtwacht“ of “Het korporaalschap van Banning-Cocq” geeft het beste beeld van zijn artistieke grootheid. In de zeventiende eeuw lieten veel schutterijen zich portretteren. Ieder wilde graag gezien worden. Vandaar dat het statische portretgalerijen geworden zijn.

Rembrandt deed geen artistieke concessie en schilderde hen zoals hij ze zag als ze tegen de avond de stadsmuren beklommen. Het gerucht dat hij niet betaald werd, schijnt niet te kloppen, maar hij nam toch maar het risico!

Een genie doet geen concessie aan zijn creativiteit.