Sander de Kramer, Robin van Persie en het donkere paard Heerenveen

25 July 2024, 17:43 uur
Columns
mainImage

Sander de Kramer zien we weer wat vaker op tv, bij de Oranjezomer met name. Gelukkig maar. Want Sander is puur, Sander heeft humor en Sander is vooral uitgerust met een gouden hart. Wie het in de naaste én verre wereld wat minder heeft, en/of weinig tot geen kansen op een aanvaardbaar leven krijgt, vindt bij Sander een oor dat niet alleen luistert, maar ook in actie komt. Van De Straatkrant tot ten dode opgeschreven kinderen in Sierra Leone en van Kachels voor Oekraïne tot het Nederlands Daklozenelftal waarvan hij de bondscoach was: Sander heeft een zesde zintuig voor onrecht en oneerlijkheid, is ambassadeur van legio organisaties en heeft een palmares van stuk voor stuk dik verdiende onderscheidingen.

Maar Sander de Kramer kon ook heel goed voetballen. Dat heb ik zelf een aantal keren mogen ondervinden. Begin deze eeuw speelde ik als één van de twee Haagse schrijvers – de andere was Dennis Mulkens, onder meer auteur van het boek ‘John van Zweden, Behangkoning in de Premier League’ – een aantal keren mee met een team van Rotterdamse journalisten.

Lekker zooitje ongeregeld, allemaal een grote bek – logisch dat ik het daarmee goed kon vinden, want soort zoekt soort – en uiteraard heel veel verstand van voetbal. De discussies waren toen al net zoals we vandaag de dag op en in al die duizenden voetbalmedia kunnen horen, zien en lezen. Iedereen weet het absoluut het beste, duldt geen tegenspraak en veegt met de mening van de ander, hoe gefundeerd en houtsnijdend ook, z’n reet af.

Onder de bezielende competitieleiding van Jan D. Swart – over eigenzinnige journalisten gesproken – speelden we wekelijks bij Neptunus de plaggen uit het gras. We, dat waren Hugo Borst, Leo Verheul, Emile Schelvis, Wilfried de Jong en meer van die zelfbenoemde virtuozen. En Sander de Kramer dus. Sander kwam bijna altijd te laat, ook de paar keer dat we in de Kuip en bij Excelsior op het hoofdveld voetbalden. Sander had het altijd veel te druk met al dat charitatieve gedoe. Maar als zijn imposante gestalte dan eindelijk, en niet zelden pas drie seconden voor het beginsignaal, het veld betrad, gebeurde er ook wat.

Sander was een kruising tussen Nico Jansen en een Leopard tank. Stond in de spits, liep op elke bal, schuwde het gevecht niet en maakte de ene goal na de andere. En daar zat geen enkel intikkertje bij, Sander zaagde van dik hout planken en bewees niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk een krachtpatser te zijn. En ja, had je als vijandelijke verdediger de pech een keer tegen hem aan te lopen, dan haalde je het eind van de wedstrijd niet. Maar dan kwamen wij de volgende avond tijdens het bezoekuur natuurlijk wel een fruitmandje brengen. Totdat hij zelf bij Neptunus z'n been brak. Toen moest en ging men met die mandjes naar Krimpen aan den IJssel. 

Terug naar de Sander van nu. Die maakt ook erg leuke filmpjes. Bijvoorbeeld – en ga ‘m zien op YouTube – met Robin van Persie, een paar maanden geleden. De beste Nederlandse linkspoot aller tijden – nee, niet zeuren, Willem vindt het helemaal niet erg als hij dit leest – vertelt daarin onder meer over zijn majestueuze vliegende kopbaldoelpunt met Oranje tegen Spanje in 2014. Dat vindt hij zelf helemaal niet zo geweldig. “Ik wilde hem eigenlijk aannemen, maar kwam niet uit met m’n passen… De enige optie was koppen…” Mede door de vooraffe analyse van Oranje-keeperstrainer Frans Hoek (“Casillas staat altijd ver voor z’n doel”) kon het dus het mooiste doelpunt ooit van Oranje worden. Hoewel Van Persie daar dus de ranke schouders over ophaalt.

Diezelfde Van Persie, hopelijk tot in lengte van jaren topscorer van het Nederlands elftal, is in het filmpje met Sander veelvuldig aan het woord. Ook over menselijk leed, ook over onze mooie wereld die soms helemaal niet zo mooi is. Mijn mond viel steeds verder open. Wat is die jongen een grote meneer geworden, ook buiten het veld. De manier waarop hij communiceert, zijn woorden weegt en boodschappen overbrengt, is bewonderenswaardig. Hij kan het dus zowel binnen als buiten de lijnen, uitblinken. Komend seizoen staat hij bij Heerenveen voor het eerst bij het hoogste elftal van een eredivisieclub voor de groep. En ik weet niet of u weleens een gokje waagt. Maar als u geld wilt verdienen, dan zou ik proberen uit te vogelen wat het bij de wedkantoren oplevert als je voorspelt dat Heerenveen the dark horse van de komende competitie wordt en zelfs rechtstreeks Europees Voetbal haalt.