Soms kan ik onverwacht ontroerd raken. Dat kan bij luisteren naar muziek, bij het zien van een foto of zoals laatst bij het lezen van een column. Het stuk van dr. Erwin Kompagne op deze site raakte een zeer gevoelige snaar, omdat hij verdrietig verleden oprakelde en het een wijze les bevatte.
Het was ook een herkenning met dien verstande, dat wij dezelfde problemen hebben met onze poes Anna, die we twee dagen na de dood van Pim Fortuyn geboren is. Ze is dus al meer dan twintig jaar oud, maar we zien enorm op tegen het nakende einde. Ze is nog wel zindelijk, maar de hele zolder is haar kattenbak geworden. Vaak wankelt Anna naar haar favoriete zitplaats op mijn schoot en spint nog gelukkig als ik haar onder het kinnetje kriebel. De katten in de buurt hebben respect voor haar ouderdom en laten haar met rust; ze vergeten zelfs even hun territoriumgedrag. De eksters, die ze in haar goeie jaren genadeloos ving, paraderen op een paar centimeter van haar slaapplek in de tuin. Ze weten, dat ze geen gevaar meer betekent en dagen haar uit. Wij vergeven het Anna als ze ons uit onze slaap miauwt.
Op de leeftijd van mijn vrouw Nel en mij (in de zeventig) hebben we afscheid genomen van onze ouders, familieleden en veel vrienden. De dood kwam soms onverwachts, soms meedogenloos, maar soms ook als een zachte vriend. Het went niet, maar je leert ermee omgaan, de intensiteit van verdriet wordt door meerdere factoren bepaald. De leeftijd, de mate van vriendschap, de omstandigheden en de mate van verdriet bij andere betrokkenen.
Meer dan vijfendertigdertig jaar heb ik ieder jaar minstens twee weken gezeild met een vriend, die ook mijn collega was. Onze lange vakanties boden ons de gelegenheid alle Europese kusten te bezeilen. De boot (Delia 21) was trailer-baar en ieder jaar zochten we een geschikte zeilkust op.
Heimwee zorgde er uiteindelijk voor dat ik stopte. Vijf jaar geleden zeilde mijn vriend, die ondertussen erg ziek was, aan de zuidkust van Bretagne. Ideale zeilomstandigheden: rustige zeewind, veel getijde verschil, hoge geleidelijke golven en goede restaurants aan de wal.
Toen mijn vriend geld wilde pinnen viel hij onverwachts neer en raakte snel buiten bewustzijn. Zijn medeopvarende Rob hielp zo goed en kwaad als het ging en de omstanders belden de Franse 112. Toen de ambulance aankwam, wees Rob op het schildje om de nek van onze vriend en vertelde dat hij niet gereanimeerd wenste te worden. Het ambulance personeel luisterde niet en begon de reanimatie en uiteindelijk begon zijn hart weer te kloppen.
Hij kwam bij in een onbekend Frans ziekenhuis, kon niet meer praten, niet meer lopen en alleen kijken en ademen. Een andere collega die een paar dagen later in het ziekenhuis kwam, vertelde: ”Hij was gramstorig”. Uiteindelijk stierf hij na een worsteling van vier weken. De dood kwam als een verlossing. Een verlossing die niet nodig geweest was, als men zijn wens had gerespecteerd.
De schitterende column “De schoonheid van de aftakeling” heeft veel gevoelens bij me opgeroepen. Zijn les had ik eerlijk gezegd al geleerd, zoals uit bovenstaande blijkt.
Mijn zeilvriend en ik bezochten gedurende onze zeiltochten altijd de kerkjes aan de wal. Als ik weer in het centrum ben, ga ik naar de Laurenskerk* en brandt er een kaarsje voor mijn in Frankrijk overleden vriend, die weer even in mijn gedachte kwam. Met dank aan dr. Erwin Kompagne.
*Kaarsjes branden kan in de meeste protestantse kerken niet. De Laurenskerk is een uitzondering.