Op een ledenvergadering hoorde ik dat in onze stad 83% van de jonge vrouwen op straat lastig gevallen wordt. Dan draagt 17 % van de jonge vrouwen een hoofddoek was mijn conclusie. Ik deed het om de lachers op mijn hand te krijgen, maar ik kwam er niet zomaar op.
Bouwvakkers
In Rotterdam wordt al mijn hele leven gebouwd. Ik woonde in West op de plek waar het verschrikkelijke bombardement van 31 Maart 1943 had plaatsgevonden. Altijd dus bouwen, stellingen en bouwvakkers.
Nu hadden die bouwvakkers onder elkaar een ongeschreven regel: als er een jonge vrouw voorbij komt fluiten we. Het was een herkenbaar fluitje dat eindigde in een lange nafluit. “Fut-vioeeeuw.” Ik heb helaas nooit kunnen fluiten, want dat fluitje was er één van bewondering. Als een vrouw langs een stelling liep en er volgde geen fluitjes, dan was dat eigenlijk een teleurstelling. De fluitjes waren een waardering voor vrouwelijk schoon en geen uitnodiging tot nadere kennismaking. Een gewoonte, die door ons jongens werd overgenomen.
“Gastarbeiders”
Met de komst van andere culturen naar ons land veranderde ook de opvattingen over de omgang tussen de geslachten. In de landen rondom de Middellandse zee, zoals Italië en Spanje werden vrouwen op een voetstuk geplaatst en altijd met veel egards behandeld. De hoffelijke benadering door “gastarbeiders” liet het hart van veel Nederlandse vrouwen harder kloppen. Ook het zwarte haar en de donkere ogen deden wonderen. Er volgde ontelbare romances, die vaak in huwelijken eindigden.
Brugklassertjes
“Kinderen en dronken mensen vertellen de waarheid” is een bekende Nederlandse uitdrukking en het klopt.
Met de komst van arbeiders met een Islamitische achtergrond (daar is tie weer) veranderde de verhouding tussen de seksen weer. De jongens, die voor het eerst bij me in de brugklas kwamen, staken hun mening over Nederlandse vrouwen niet onder stoelen of banken. Ze vertelden eerlijk wat ze thuis gehoord hadden (ik gaf ook biologie, dus seksuele voorlichting). Laat ik het voorzichtig formuleren. Vrouwen die zich westers kleden zijn verleidsters van onschuldige mannen en mogen derhalve zo benaderd worden. Die instelling zorgde ervoor dat de hoffelijke, plagerige manier van benaderen in bepaalde buurten van de stad veranderde in het roepen van ”hoer” en het luidruchtig speculeren op seksuele contacten.* Dat laatste was alleen bedoeld met de intentie te beledigen, want geen van de roepers verwachtte dat er werd ingegaan op hun smerige suggesties.
Doek om
Eén van mijn leerlingen verscheen plotseling met een hoofddoekje, ondanks haar sceptische houding ten opzichte van geloof (schouderophalen bij opmerkingen andere leerlingen). Op mijn vraag “waarom?”, zei ze me het geroep en gezeur in haar straat beu te zijn en daarom besloot maar een hoofddoek om te doen. Zou dat de reden kunnen zijn dat ik steeds meer vrouwen dat vrouwonvriendelijke symbool zie dragen?**
Binnenkort komt de eerste dader van straatintimidatie voor de rechter. Weet niets van zijn culturele achtergrond, maar ik weet eerlijk gezegd vrijwel zeker, dat het slachtoffer geen hoofddoekje droeg.
* De rellen in de Afrikaanderwijk 1972 (praat het niet goed) waren o.a. een reactie op seksuele intimidaties van meisjes en vrouwen. Om verdere escalaties te voorkomen werd tot gezinshereniging besloten.
** Ik ken diverse vrouwen met een Islamitische achtergrond, die door het weigeren van een hoofdoek - met goedvinden van de eigen familie - in de problemen kwamen. Eén ervan is bezig aan een mooie politieke carrière.