Stilstaand water gaat langzaam stinken

12 January 2023, 07:09 uur
Columns
mainImage

Het imago zit niet mee. Technisch, saai, complex. Het waterschap. Oudste bestuursorgaan van ons land, vooral bekend vanwege de jaarlijkse belastingaanslag waarvan je je ook alweer afvraagt wáárom je ‘m krijgt.

Maar dan heb ik nieuws voor je. De waterschappen gaan ergens over. Droge voeten en natte palen bijvoorbeeld. Rotterdammers die last hebben van funderingsproblemen sturen nu smeekbrieven naar de wethouder op het stadhuis die gaat over het grondwater. Er mag van mij ook wel een brief uitgaan naar het hoofdkantoor van het waterschap. Die verlaagt het waterpeil van sloten, plassen, meren en rivieren zodat zware machines de landbouwgrond kunnen bewerken. Of zodat de koeien niet wegzakken in veen of klei. Gevolg is dat grondwater wegzakt naar de polder. ’t Is letterlijk een race to the bottom, want droogte leidt tot bodemdaling. Dus wordt het peil weer naar beneden bijgesteld. Bewoners van scheefgezakte huizen of scheuren in de muur hebben het nakijken.

En dat is dan nog eigenbelang. De klimaat- en biodiversiteitscrisis in dit land gaat ons allemaal aan, paalrot of niet. We willen namelijk een toekomst voor volgende generaties Rotterdammers, laten we het daarover alsjeblieft eens zijn. Door de gevolgen van klimaatverandering zoals droogte of juist te veel water staat het waterschap aan de lat om scherpe keuzes te maken. Gaan we mee in de lobby voor droge weilanden of kiezen we voor natte natuur en groenblauwe verbindingen? Voeren we kostbaar zoetwater af naar de zee of houden we het vast als drinkwater in tijden van nood? Gaan we de dijken hoger maken of kiezen we ervoor niet tegen maar met water te leven? Zomaar wat fundamentele vragen uit de losse pols.

Niet ver van onze stadsgrenzen wordt door de waterschappen kil berekend hoe zo snel mogelijk zoveel mogelijk ‘plaagdieren’ weg moeten. Die moeten mogelijk en masse over de kling omdat ze zorgen voor instabiele dijken. Daar vind ik wat van, ik hoop jij ook. Want zogenoemde invasieve uitheemse soorten als muskusrat, beverrat of rode Amerikaanse rivierkreeft hebben een intrinsieke waarde. Een belang om te leven, er te mogen zijn. Het doden van dieren is principieel onjuist. De mens (lees: waterschapper) mag niet beslissen over leven of dood, laat dat liever aan de voorzienigheid over.

Bestrijding van zogenoemde exoten heeft trouwens ook geen nut zolang je de oorzaken van hun aanwezigheid niet wegneemt. Leuk voor jagers en kreeftenvangers, het huidige beleid, want ze kunnen er eeuwig mee doorgaan. Nee, dan moet je juist aan een sterk en robuust ecosysteem werken dat tegenwicht biedt aan overpopulatie van soorten die schade veroorzaken. Benoem dan ook gelijk de boosdoeners. Afspoeling van mest, stikstof en pesticiden in ons water leiden tot ernstige aantasting van systeemweerbaarheid.

Goed, belangenafweging. Ik* ben nieuw in het waterschapswereldje, een hoop is nog terra incognita. Fijn, ook. Veel in de waterschappen is handjeklap, oude politiek van gevestigde belangen om vooral op oude voet verder te kunnen gaan. Dat betekent in de regel een waterschap dat beslissingen neemt om de veehouderij te bestendigen of de vraag van industrie naar ons water te beantwoorden, met vervuiling en verdroging als onvermijdelijk eindresultaat. Oplossingen voor deze problemen ga je niet vinden bij de veroorzakers, de status quo. Het waterschap heeft juist nieuwe toevoer van ideeën nodig. Want je weet: stilstaand water gaat langzaam stinken.

Daarom kijk ik erg uit naar 15 maart. Dan kan Rotterdam tijdens de waterschapsverkiezingen voor het eerst overal op Partij voor de Dieren stemmen. De Partij voor de Dieren zet het welzijn van de planeet en al haar bewoners op één. Een keuze voor dierenrechten, leefbaarheid en toekomstbestendigheid. Echt kiezen, dus.    

 

* Jaap Rozema is lijsttrekker namens Partij voor de Dieren tijdens de verkiezingen op 15 maart aanstaande in het waterschapsgebied van Schieland en de Krimpenerwaard. In Rotterdam ligt dat grofweg tussen de rivieren Schie en Nieuwe Maas.