Van behoud naar bravoure: nieuwe economische koers in Rotterdam

24 June 2025, 15:51 uur
Columns
mainImage

Rotterdam dreigt een stad te worden waar je kunt wonen, maar niet meer werkt. Een soort Zoetermeer aan de Maas. Een slapende stad waar de bedrijvigheid zich elders heeft gevestigd. Voor de Rotterdamse VVD is dat een nachtmerrie. Want zonder economische groei geen werk, geen kansen, geen welvaart. De economische motor van deze stad moet niet sputteren, maar brullen.

In de jaarrekening 2024 van de Gemeente Rotterdam klinkt het nog mild: “De economische groei van onze stad staat onder druk. Het gaat nu nog oké: een kleine 1% groei.” Maar wie even terugkijkt in de tijd, ziet een ander plaatje. Rotterdam was ooit dé banenmotor van Nederland. Begin jaren ’90 waren hier grote vestigingen van de accountantskantoren, advocatenkantoren en banken, gelijkwaardig aan Amsterdam. Nu zijn het filialen geworden. De banken zitten in Amsterdam of Utrecht. Alle grote advocatenkantoren zitten aan de Zuid-As. En als we niet opletten, vertrekt de verzekeringssector als volgende.

Natuurlijk, de haven blijft een cruciale pijler onder onze economie. Maar zelfs daar staat de druk er stevig op: ruimtegebrek, netcongestie, hoge energielasten en extra heffingen ondermijnen het vestigingsklimaat. De oproep van het college aan Den Haag om te investeren in de haven is terecht. Maar laten we eerlijk zijn: alleen roepen om subsidies is niet genoeg.

Als liberaal geloof ik dat marktkrachten sterker zijn dan subsidies. Bedrijven hebben ruimte, duidelijkheid en een aantrekkelijke omgeving nodig om te investeren. En wat we zeker níet moeten doen, is grote bedrijven actief wegjagen – zoals de linkse partijen in de Raad voorstellen – in de hoop dat kleine groene start-ups het vanzelf overnemen. Dat is geen beleid, dat is wensdenken.

Wat moet er dan wél gebeuren?

Rotterdam moet economisch verbreden. We kunnen niet afhankelijk blijven van de haven alleen. Sectoren als de energietransitie, klimaatbestendige technologie en medische innovatie zijn kansrijk, niet in de laatste plaats omdat de TU Delft hier al fors op inzetten. Maar dan moet het stadsbestuur deze sectoren actief ondersteunen met keuzes, visie en beleid.

Daarbij horen ook stevige randvoorwaarden: goede bereikbaarheid, voldoende bedrijfsruimte, veiligheid, en een internationale profilering. Kijk naar het succes van Brainport Eindhoven, dat begon als een marketingcampagne en groeide uit tot een krachtig ecosysteem. Dát kan Rotterdam ook, als we het lef tonen.

Het college doet veel goeds, zeker voor het mkb. Het opknappen van winkelstraten en het ondersteunen van marktondernemers zijn waardevolle initiatieven. Maar het is niet genoeg. Wat ontbreekt is economische ambitie. De overtuiging dat Rotterdam niet alleen moet behouden wat het heeft, maar moet bouwen aan wat het kan worden.

Daarvoor is leiderschap nodig. Collegebreed. Een wethouder Economie die niet alleen wijst naar Den Haag, maar zelf initiatief neemt. Die bedrijven verbindt, investeerders aantrekt en Rotterdam actief verkoopt als dé plek voor innovatie en groei.

Het is tijd om af te stappen van de behoudreflex. Rotterdam moet weer durven winnen. Niet defensief denken in wat we kwijt kunnen raken, maar offensief bouwen aan waar we in kunnen uitblinken. Van voorzichtig beleid naar een winnaarsmentaliteit. Van pessimisme naar optimisme. Want succes moet je uitstralen, en groei moet je willen.

Rotterdam was ooit de banenmotor van Nederland. De Rotterdamse VVD wil die koppositie terug. Geen brullende motoren op de Meent, maar een brullende economie waar heel Rotterdam van profiteert.

- Diederik van Dommelen is Rotterdams raadslid voor de VVD