De Rotterdamse haven en de bedrijven hebben jarenlang winst gemaakt, maar die tijd is gekanteld. Chemiebedrijven pakken hun spullen en verlaten Nederland, investeringen drogen op en de waterstofambities van Rotterdam wankelen. Iedereen schreeuwt moord en brand, maar moeten we verrast zijn?
De energietransitie is geen verrassing. We weten al jaren dat we daarop moeten inzetten, maar toch lijkt het erop dat bedrijven en bestuurders – met wethouder Simons voorop – hebben gewacht tot de werkelijkheid ons heeft ingehaald. En nu het tij echt keert, staat iedereen op de barricade.
Navelstaren in plaats van anticiperen. De wethouder wijst in een recente brandbrief aan het kabinet op de stijgende kosten, de stikstofcrisis, het trage vergunningenbeleid en de onzekere overheidskoers. Terechte punten, maar toch rijst de vraag: waarom is er dan zo lang stilgezeten? Waarom is er niet eerder in duurzame oplossingen geïnvesteerd? De signalen
waren er al jaren.
Daarnaast is regelgeving nog altijd onduidelijk, procedures slepen eindeloos voort en concrete actie blijft uit. Het gevolg: bedrijven zagen te weinig perspectief en haken af. De onzekerheid vanuit de landelijke overheid zal verder toenemen nu het kabinet gevallen is. Het heeft daarom geen zin om te wachten op oplossingen vanuit Den Haag. Onze eigen wethouder moet
in actie komen.
Is de haven van Rotterdam haar internationale koppositie al kwijt? Wij denken van niet. Maar als we willen dat Rotterdam een belangrijke speler in de wereldhandel blijft, moet er nú worden gewerkt. Geen dubbele rapporten, geen eindeloos overleg, maar actie. Begin met het versnellen van vergunningstrajecten en het belonen van bedrijven die investeren in duurzame technologie. Daarmee maken we van Rotterdam een voorloper voor de economie van de toekomst. En ja, dat betekent dat er bedrijven zullen vertrekken. Maar als we nu zorgen dat we de juiste bedrijven aantrekken, kan Rotterdam zijn leidende rol herpakken en verzekeren oor de toekomst.
De wereld wacht niet op Nederland. Andere havensteden in Europa zijn al aan de slag. Duitsland en Scandinavië investeren grootschalig in waterstof en de groene economie. En ook in Azië en het Midden-Oosten zijn ze bezig met de volgende stap. Singapore en Hongkong hebben hun arbeidsmarkt en infrastructuur aangepast aan de nieuwe realiteit. Als we blijven
navelstaren, is onze zo geroemde haven over een paar jaar verworden tot een maritiem openluchtmuseum – in plaats van de economische motor van Nederland.
De haven verdient leiderschap, geen excuses. Het vertrek van bedrijven uit de haven is niet een probleem, het is een test. Een test voor onze bereidheid om keuzes te maken en echt tei nvesteren in de economie van de toekomst. Rotterdam en Nederland kunnen het heft in eigen handen nemen, maar dan moeten we stoppen met wachten en stevig gaan handelen.
Dus, wethouder: nemen we de leiding, of blijven we toekijken hoe de haven leegloopt?
- Joan Nunnely is raadslid van D66.
Ze schreef dit opiniestuk samen met D66-burgerraadslid Pelle Meurink (zie foto onder).