Vlinders tellen is goed; vlinders kweken is beter

14 July 2020, 18:33 uur
Columns
mainImage

Al heel lang betoog ik - oud biologiedocent  - dat het milieu en de natuur te belangrijk zijn om aan links over te laten.

In zowel onze Rotterdamse tuin (herontdekt tijdens de coronacrisis) als op de camping in Haamstede hebben we bewust een Vlinderstruik; een stuik die haar naam eer aandoet. In Haamstede aan een duinvallei zien we veel meer vlinders en in een grotere variatie. Ik ga meedoen aan de landelijke vlindertelactie. Is slechts een kwartiertje aangenaam werk (voor mij dus een half uur) en helpt bij het inventariseren van de vlinders in ons land (zie. de vlinderstichting)

Uiteraard heb ik een vlinderboek, maar het gros herken ik nu wel. In Haamstede heb ik dit jaar de Atalanta, de Dagpauwoog, de Grote vos, de Citroenvlinder en zowel het Grote als het Geaderde witje gezien. Niet binnen een kwartier, dus ze tellen niet mee voor de landelijke vlindertelling.

Tijdens mijn gelukkige jeugdjaren in Rotterdam-West zagen we heel veel verschillende vlinders. Mijn moeder verbood me om ze op een stuk karton te prikken zoals veel jongens deden. Het pronkstuk op zo’n prikkarton was de Koninginnenpage een schitterende geel zwarte vlinder, die toen tussen de bloemen in de bomkraters van het vergeten bombardement (31 maart 1943) regelmatig voorkwam. Waarschijnlijk waren er toen nog zoveel vlinders, omdat insecten en rupsen etende vogels in de stad nog zeldzaam waren. We zagen eigenlijk alleen zwermen mussen in onze gemeenschappelijke tuinen.

Andere vogels zagen we wel als we naar Vlaardingen fietsten en daar een roeiboot huurden om op de Vlaardingse Vaart te gaan roeien. We zagen niet alleen vogels; nooit vergeet ik het moment dat naast mijn roeispaan een otter opdook, ons aankeek en proestend weer onder water dook.

De otter was in 1988 uitgestorven in ons land, maar in 2002 werd hij weer geherintroduceerd. Met succes, want nu zijn er weer ongeveer 360. Wanneer de otter weer verschijnt in de Vlaardingse Vaart is een kwestie van tijd. Ze zitten al in veel Zuid-Hollandse plassen, dus dat komt vanzelf wel goed. Voor de bever geldt een soortgelijk succesverhaal. Ingrijpen van de mens geeft de natuur een zetje in de goede richting.

Toen ik me als lid van Provinciale Staten aansloot bij de VVD, heb ik dat gedaan op voorwaarde dat ik paar moties op natuurgebied mocht binnenslepen. In één stelde ik voor zeldzaam geworden Nederlandse orchideeën in kassen te kweken en die in de natuur terug te planten.

Via een andere motie wilde ik oud Nederlandse vruchtenbomen (hoog) bij herbebossing tussen de gebruikelijke bomen zetten. De moties haalden het; alleen één SP’er was tegen omdat het van mij kwam. Een grote variatie is actueel, omdat we in korte tijd ongeveer tien miljoen bomen in ons land gaan plaatsen om de koolzuurgasuitstoting tegen te gaan (zie. plan boom)

Eigenlijk zouden we dat ook in Rotterdam moeten gaan doen. In Capelle, waar niet Groen Links maar verademend Leefbaar de lakens uitdeelt, kunnen inwoners zakjes bloemenzaad afhalen. Je ziet het direct aan de bermen! Ook een goed idee voor onze stad.

Een ander goed idee lijkt me het bestellen van vlindereitjes bij de Vlinderstichting of het zelf kweken van vlinders in gemeentelijke kassen

Eigenlijk zou een motie met die strekking moeten worden ingediend door GL of de PvdD, maar die hebben het te druk met het verhogen van de gemeentelijke belastingen, het slopen van de Kuip en het pesten van automobilisten.