De minst draagkrachtige woningzoekenden maken de komende jaren steeds minder kans om een betaalbare woning te vinden bij Havensteder. Dat komt omdat Rotterdams op een na grootste woningcorporatie duizenden - nu nog - sociale huurwoningen wil gaan verkopen.

“Havensteder heeft 3450 woningen gelabeld om in Rotterdam te verkopen”, staat in het uitgelekte bod voor het jaar 2017, dat ‘een doorkijk geeft voor de 4 jaar daarna’.

Havensteders goedkope voorraad vermindert zelfs nog meer. Want de corporatie gaat op grote schaal de lage huren (< €720) van duizenden leegkomende woningen met honderden euro’s verhogen. Komt neer op een fikse verhoging van de woonlasten, zonder dat er sprake is een verbetering van het woongenot. Liberaliseren heet dat.

Nog een citaat uit dat bod van Havensteder: “Om onder andere de doorstroming uit de sociale huur te bevorderen liberaliseert Havensteder bij mutatie een aantal woningen specifiek voor de middeninkomens. In Rotterdam hebben we circa 2090 woningen gelabeld om bij mutatie te liberaliseren”.

In hoeverre Havensteder anno 2019 haar verkoop- en liberaliseerplannen heeft aangepast, is lastig na te gaan. Maar aannemelijk is dat meer woningen zijn gelabeld om in Rotterdam te verkopen. Van een afname van te liberaliseren is evenmin iets merkbaar.

De andere drie grote woningcorporaties Woonstad Rotterdam, Woonbron en Vestia hebben overigens een soortgelijke ‘portefeuillestrategie’. Ook bij dit drietal neemt de betaalbare voorraad de komende jaren flink af.

Tekort?

Enerzijds zorgen de grote vier ervoor dat er steeds minder goedkope huurwoningen overblijven. Anderzijds hebben zij eerder dit jaar gewaarschuwd dat Rotterdam in 2030 zo’n negenduizend sociale huurwoningen tekortkomt, als wethouder Kurvers doorgaat met het uitvoeren van zijn omstreden Woonvisie 2030. Een Woonvisie, waarin veel aandacht uitgaat naar de bouw van duurdere woningen, terwijl de sociale voorraad juist omlaag gaat.

De prestatieafspraken 2020/2021, die in december klaar moeten zijn, bieden wellicht meer duidelijkheid over de vraag of de woningcorporaties van koers zullen veranderen.