Rellen in Scheveningen, daarvoor in Amsterdam, gisteren in Nijmegen. 4 en 5 Mei zijn verstoord. Rijkswegen worden geblokkeerd. Geweldplegingen door het hele land. Volgens mij is er iets aan de hand in de Staat der Nederlanden.
Gezag voor politie
Toen ik heel lang geleden nog in de puberteit zat, verzetten wij ons ook tegen het gezag; de politie was het uiterlijke verschijnsel van dat gezag. Toen er rellen waren op de Franselaan (beetje rondhangen en schreeuwen) wilden wij vanuit Delfshaven daar ook naar toe. Halverwege de Schiedamseweg werden we staande gehouden door onze wijkagent (Brandje), die onze doorgang met zijn brommer (Zundapp) versperde. Hij trok zijn handschoen uit en sloeg ons ermee in het gezicht. “Jullie gaan niet verder” beet hij ons toe en vervolgde “opgesodemieterd”. Geschrokken keerden we terug.
Thuis gaf mijn vader Brandje volkomen gelijk. Wij hadden niets te zoeken op de Franselaan en moesten maar gewoon op het pleintje gaan voetballen, wat overigens ook door de politie verboden was.
“Slimme” jongen
Toen wij op een keer heel erg in ons spel verdiept waren, zagen we de politie te laat aankomen. “Hier met die bal” kreeg ik te horen. Ik schopte hem op het dakje, waar wij makkelijk op konden klimmen en zei: “Ga hem maar zelf halen.” Het volgende moment werd ik de politiewagen (Chevrolet) in gemept. In de auto op weg naar het bureau vroegen ze waar ik op school zat en ik antwoordde naar waarheid “op de Mathenesser HBS.”
We leefden toen in een klasse maatschappij en de politie vroeg enigszins verbaasd in welke klas ik wel zat. Ik was een heel slechte leerling, dus ik verzon er twee klassen bij. De agenten keken elkaar aan en verzuchtten: “Dan moet jij toch beter weten jongen.” Daarna werd ik op het Marconiplein in een cel opgesloten. Mijn vader kwam me een kwartier later ophalen (we woonden vlakbij) nadat hij een gesprek met de agenten had gehad. Ik maakte me geen zorgen, omdat mijn vader verteld had vroeger ook zijn bal te hebben beschermd tegen de politie. Op straat haalde hij dan ook zijn schouders op en zei alleen schamper: “Zo slimme jongen zit jij al in de vierde klas?”
Ouders
Ik vrees met duizend vrezen, dat heel veel jongeren van nu op een andere manier zijn opgevoed. Vele van mijn oud leerlingen zijn zelf ouders dus opvoeders geworden. Ze zijn sterk beïnvloed door allerlei “woke” theorieën, waarin ze verteld wordt te worden gediscrimineerd. Je verzetten tegen een samenleving waarin je slecht behandeld wordt, kan niet als afkeurenswaardig gezien worden: integendeel. Tel daarbij op dat een groot deel van de “rellende”* jongeren te horen krijgen, dat mensen met een ander geloof dan de Islam bestreden mogen worden en de cirkel is rond.
Ze zullen je thuis niet aanpakken; er is misschien zelfs wel instemming. Een beroep doen op het verstand van deze ouders is zaaien op een rotsachtige bodem**
Geweld
Wat is dan de oplossing? Ik vraag me al jaren af, wat we aan culturele antropologie hebben, want bestuderen van andere culturen geeft mijns inziens de oplossing. Het ligt ook zo voor de hand. Door de ongebreidelde immigratie hebben zich in onze samenleving parallelle samenlevingen genesteld. Rurale samenlevingen, die hun oorsprong vinden in gebieden, waar maar één wet geld: “Ook om oog, tand om tand.” Doe het dan ook! Wij kennen het gezegde “lik op stuk geven”. Niet zachtjes wegvoeren of alleen op de benen slaan, maar alle middelen die ter beschikking staan gebruiken: tasers, rubberen kogels, honden en waterkannonnen. Lukt dat niet, dan hebben we altijd nog een paar pelotons mariniers of marechaussee ter beschikking. Die vinden het ongetwijfeld niet erg om te worden ingezet om te doen waar ze voor zijn: onze vrijheid beschermen.
Doen dus, en we kunnen ons deze zomer gewoon vrij op de stranden en in onze steden bewegen.
*Met stenen en flessen gooien is poging tot doodslag. Misdrijf dus.
**Mattheus: 13