Seniorredacteur Hans Roodenburg (ex-Het Rotterdams Parool, ex-Het Vrije Volk, ex-Rotterdams Dagblad) geeft antwoord op knellende vragen van uiteenlopende maatschappelijke aard. U kunt ze hem rechtstreeks stellen op: [email protected]. Of u maakt gebruik van de link hierboven: stadswacht. Het antwoord (meestal voor anderen ook van belang) leest u terug in dit digitale dagblad. Uw naam wordt daarbij niet vermeld.
Vraag:
Als echtpaar (beiden 85 jaar) vragen wij ons af of als één van ons beiden verzorgd dient te worden - bijvoorbeeld hulp aan huis en bij eventuele vervoersproblemen (naar het ziekenhuis) - tot wie of welke instantie moeten we ons dan wenden en in welke volgorde: er is een zorgverzekeraar, er is een Wmo, er is een Wlz en er is eveneens een Zorgkantoor. Er zijn ook wijkverpleegkundigen. Wij zien door dit bos de bomen niet duidelijk meer.
Antwoord:
Als u gebruik maakt van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) moet u bij de gemeente zijn. Voor de Wlz (Wet langdurige zorg) moet u bij het zorgkantoor zijn die eerst een indicatie maakt. Uw zorgkosten voor de reis is vaak een fiscale kwestie.
U kunt het ook aan de verpleegkundigen in uw wijk voorleggen. Ze weten van de hoed en de rand. Misschien moet u een eerste instantie uw vraag voorleggen aan uw ziektekostenverzekeraar als u al van tevoren wil weten hoe de vork in de steel zit.