Seniorredacteur Hans Roodenburg (ex-Het Rotterdams Parool, ex-Het Vrije Volk, ex-Rotterdams Dagblad) geeft antwoord op knellende vragen van uiteenlopende maatschappelijke aard. U kunt ze hem rechtstreeks stellen op: [email protected]. Het antwoord (meestal voor anderen ook van belang) leest u terug in dit digitale dagblad. Uw naam wordt daarbij niet vermeld.
Vraag:
Mijn broer is 76 jaar en slechtziend. Hij is gescheiden en woont alleen in een groot eigen huis. Door gebrekkig loopvermogen en omdat hij slechtziend is, zou hij in feite niet meer alleen kunnen wonen. Hij heeft met bijna niemand contact, zelfs niet met zijn kinderen. Hij vertrouwt namelijk niemand.
Wij weten ook nooit waar we met hem aan toe zijn, want hij laat het achterste van zijn tong niet zien. We hebben herhaaldelijk er bij hem op aangedrongen om zijn huis te verkopen en in een verzorgingshuis te gaan wonen.
Dit is voor hem onbespreekbaar. Hij wil zich zelfs niet laten inschrijven. Nu vermoeden wij, dat hij bang is, dat hij dan de waarde van zijn eigen huis moet opeten en zijn spaargeld moet opmaken. Welke regels gelden daarvoor tegenwoordig?
Antwoord:
De maximale hoge eigen bijdrage in een verpleeghuis of verzorgingshuis is dit jaar omstreeks 2364 euro per maand. Dat hangt echter van zijn inkomen en vermogen af. Als hij per se nog niet wil opgenomen worden in een verzorgingshuis of verpleeghuis, moet hij misschien wachten als hij op de centen is. Maar wat ons betreft gaat goede verzorging of verpleging voor hem boven alles.
Overigens worden ook bij zaken van thuiszorg (onder andere op grond van de Wet maatschappelijke ontwikkeling Wmo) een eigen bijdrage in rekening gebracht die ook met zijn inkomen en vermogen te maken heeft. Mogelijk dat de overwaarde in zijn eigen huis waarin hij blijft wonen niet meetelt.
Of hij in aanmerking komt voor verzorging of verpleging bepaalt het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) na een uitgebreid gesprek bij uw broer. Maar als hij zelf absoluut niet wil, dan gebeurt er niks.
Misschien dat zijn huisarts hem kan overtuigen van een of andere vorm van een verzorgings- of verpleeghuis. Dat kan ook zijn thuiszorg zijn!
Als zijn huis feitelijk niet meer geschikt is om in te blijven wonen, zou hij ook eens moet denken aan ‘beschermd wonen’, bijvoorbeeld in een aanleunwoning of seniorencomplex. Maar alles hangt van hem zelf af.