Ruim 900.000 mensen die nu nog leven, maakten de bevrijding van 1945 mee. Dat komt neer op ongeveer 5 procent van de bevolking, blijkt uit cijfers van het CBS. Zo'n 423.000 van hen waren toen 5 jaar of ouder, oud genoeg om zich de bevrijding mogelijk te herinneren.
Het aantal Nederlanders dat in leven was tijdens de bevrijding wordt logischerwijs steeds kleiner. In 2015 waren nog 1,9 miljoen mensen in leven die dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog ook al waren.
Per gemeente verschilt het aandeel mensen dat in leven was enorm. Dit heeft te maken met de vergrijzing in een gemeente. In Laren, Bergen in Noord-Holland, Valkenburg aan de Geul en Heemstede is dit percentage het hoogst. Dit zijn allemaal gemeenten met een relatief oude bevolking.
Apeldoorn en Breda
In gemeenten met grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam ligt het percentage een stuk lager. Gekeken naar de twintig grootste gemeenten hebben in Apeldoorn en Breda (beide zo'n 5 procent) relatief de meeste inwoners de bevrijding meegemaakt. In Almere - dat pas bestaat sinds de jaren zeventig - is dit percentage met ongeveer 2 procent het laagst.
Donderdag bleek uit een enquête dat een ruime meerderheid van de Nederlanders de Nationale Herdenking op 4 mei belangrijk of heel belangrijk vindt. Wel is die laatste groep iets kleiner dan voorheen. Vorig jaar vond 41 procent de Nationale Herdenking nog heel belangrijk, dit jaar is dat 38 procent. Een woordvoerder van het Nationaal Comité, dat het onderzoek uitvoerde, meldt dat er geen wetenschappelijke verklaring voor is, maar dat het mogelijk komt doordat de demografie van de samenleving verandert en de eerste generatie oorlogsslachtoffers uitsterft.
Door: ANP