Als het kabinet zou aftreden vanwege de toeslagenaffaire, dan hoeft de aanpak van de coronacrisis daar niet onder te lijden. Mensen hoeven daar niet ongerust over te zijn, zegt Bert van den Braak, hoogleraar parlementaire geschiedenis aan de Universiteit Maastricht. "Een demissionair kabinet wordt geacht alles te doen wat nodig is in het landsbelang."
Belangrijk is volgens hem dat er in het kabinet geen ruzie is die leidt tot het opstappen. "Het is bovendien zo dat een demissionair kabinet bij belangrijke onderwerpen juist bredere steun zal zoeken dan alleen die van de coalitie." De Eerste en Tweede Kamer maken na een aftreden altijd een lijst van zogeheten controversiële onderwerpen, die ze niet meer behandelen, omdat ze politiek te gevoelig liggen.
Het coronabeleid zal daar niet onder vallen, omdat het te urgent is, stelt Van den Braak. Hij wijst erop dat in het parlement al steeds ruim voldoende draagvlak is voor de aanpak van de coronacrisis, ook al is er op onderwerpen stevige kritiek. Dat zal volgens hem niet veranderen bij een demissionaire status van het kabinet.
Als het kabinet niet vervroegd zou opstappen, al dan niet gedwongen door de Tweede Kamer, dan wordt een kabinet na landelijke verkiezingen sowieso demissionair. De koning houdt zo'n formeel ingediend ontslag dan in beraad tot een nieuw kabinet aantreedt. Tijdens de soms maandenlang durende formatie van een nieuwe regering, gaan onderwerpen door als het parlement dat wil.
Wat de historicus betreft is de affaire met de kindertoeslagen groot genoeg voor een kabinet om af te treden. Het rapport van de parlementaire commissie oordeelde snoeihard over de manier waarop de overheid jarenlang omging met ouders die werden verdacht van fraude met de toeslagen. Die kwamen in grote financiële en maatschappelijke problemen.
Een aftreden van het derde kabinet-Rutte vindt Van den Braak voor een groot deel symbolisch, zo vlak voor de geplande verkiezingen, maar "wel van betekenis. Het is een schuldbekentenis, een tegemoetkoming aan de slachtoffers", zegt hij. Bovendien schept deze stap een precedent voor volgende kabinetten, dat ze het beter moeten gaan doen met de uitvoering van beleid.
Het nadeel van een aftreden van het kabinet, kan volgens Van den Braak van electorale aard zijn. De verkiezingen zijn nabij en het is ongewis hoe de kiezers reageren op de kwestie. Vooral de VVD zou er last van kunnen krijgen, omdat vooral minister-president Mark Rutte en Eric Wiebes in de affaire in het oog springen. De peilingen fluctueren erg, maar volgens de historicus lijkt het erop dat Rutte's VVD nog steeds stevig in het zadel zit.
Al eerder struikelden kabinetten in het zicht van de finish. Eind 1977 trad het kabinet-Den Uyl af vanwege ruzie in het kabinet over grondpolitiek en onteigening. In 2002 trad ook het tweede (paarse) kabinet van Wim Kok af. Dat gebeurde om verantwoordelijkheid te nemen voor de val van de Bosnische moslimenclave Srebrenica. Nadat Nederlandse blauwhelmen daar onder de voet waren gelopen door de Servische troepen, volgde een massamoord op zeker 8000 moslims.
Door: ANP