Halve dag eerder klachten door omikron, zien RIVM-onderzoekers

25 January 2022, 12:08 uur
Landelijk
mainImage
ANP

De omikronvariant van het coronavirus bezorgt mensen die besmet raken korter na elkaar klachten dan de deltavariant, melden onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Ze hebben berekend dat bij omikron gemiddeld 3,4 dagen zit tussen het moment dat iemand met het virus klachten krijgt en het moment dat een aangestoken huisgenoot de eerste symptomen ontwikkelt. Bij de deltavariant bedroeg die periode gemiddeld 3,9 dagen bij mensen uit hetzelfde huishouden.

Omikron leidt dus al met al een halve dag sneller tot klachten. Die periode tussen de eerste ziektedag van de bron en de eerste ziektedag van de geïnfecteerde wordt het "serieel interval" genoemd. Die kan afwijken van de incubatietijd, want dat is de tijd die verstrijkt tussen het oplopen van het virus en het ontwikkelen van symptomen.

De RIVM-onderzoekers analyseerden gegevens over coronabesmettingen in december, toen zowel de omikronvariant als de deltavariant rondgingen. Ze keken specifiek naar besmettingen binnen huishoudens.

Het kortere interval is een van de verklaringen voor het feit dat omikron in een hoger tempo rondgaat dan delta, schrijven de onderzoekers. Ze hebben hun resultaten nog niet gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift, maar wel openbaar gemaakt op de zogeheten preprintserver MedRxiv. Eerdere onderzoeken maakten al duidelijk dat omikron beter in staat is de verdedigingslinie van het immuunsysteem te omzeilen dan zijn voorgangers en simpelweg besmettelijker is.

De mutaties die het virus heeft ondergaan, hebben ook iets positiefs opgeleverd voor mensen: besmettingen met omikron leiden minder vaak tot ziekenhuisopname dan de deltavariant. Het Outbreak Management Team (OMT) gaat op basis van internationale studies uit van een 40 tot 60 procent lager risico. Bovendien kunnen patiënten met omikron gemiddeld sneller het ziekenhuis weer verlaten. De kans dat iemand die met omikron is opgenomen op de intensive care belandt, wordt voorlopig zo'n 50 procent lager ingeschat.


Door: ANP