Hoogleraar: betekenis senaat toegenomen, maar niet overdrijven

12 March 2023, 09:56 uur
Landelijk
mainImage
Eerste Kamer

De betekenis van de Eerste Kamer bij de totstandkoming van wetten is de afgelopen kwart eeuw flink toegenomen. "Maar we moeten het belang ook niet overdrijven. Zoveel wetten worden er ook weer niet door de Eerste Kamer tegengehouden", zegt Bert van den Braak, hoogleraar parlementaire geschiedenis aan Universiteit Maastricht, in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen. De in totaal 570 Provinciale Statenleden kiezen eind mei de leden van deze Eerste Kamer, ook wel senaat genoemd.

In het verleden boog de Eerste Kamer zich primair over aangenomen wetten van de Tweede Kamer en beoordeelde die louter op de inhoud. "Maar de afgelopen 25 jaar heeft de senaat een belangrijke ontwikkeling doorgemaakt", zegt Van den Braak. Kabinetten hebben sinds 2010 niet langer min of meer vanzelfsprekend een meerderheid in de Eerste Kamer. Die nieuwe verantwoordelijkheid was volgens hem ook mogelijk omdat de taakomschrijving van de Eerste Kamer niet exact is omschreven. "Zeker de oppositiepartijen zijn de senaat gaan zien als een orgaan waarmee je extra druk op de regering kan zetten, dat gebeurde voor 2000 niet heel vaak."

Tot de eeuwwisseling hadden de coalitiepartijen vrijwel altijd een meerderheid in zowel de Eerste als Tweede Kamer, zodat kabinetten er minder rekening mee hoefden te houden of de wet ook in de senaat zou worden aangenomen. "Maar het komt steeds vaker voor dat het kabinet zaken moet doen met de oppositie in de Tweede Kamer om wetten door de Eerste Kamer te krijgen. We zien nu dat minister-president Mark Rutte en vicepremier Sigrid Kaag vaker rekening moeten houden met wat bijvoorbeeld Attje Kuiken (PvdA) en Jesse Klaver (GroenLinks) van de oppositie ervan vinden. Gevolg is dat er nu meer politiek breed gedragen wetten worden aangenomen."

Discussies over het afschaffen van de Eerste Kamer noemt Van den Braak zinloos omdat er toch geen grondwettelijke meerderheid voor is. Hij vindt wel dat er iets moet veranderen. "Is het uit democratisch oogpunt nog te verdedigen dat niet de rechtstreeks gekozen Tweede Kamer, maar de indirect gekozen Senaat het laatste woord heeft over wetsvoorstellen?" vraagt hij zich af.

In een eerdere publicatie besprak de hoogleraar een mogelijke afschaffing van de senaat, maar hij pleit niet voor het opdoeken ervan. "Misschien is het toch wel nuttig dat er naast de Tweede Kamer een orgaan is dat nog een keer naar wetgeving kijkt. Maar sinds de start van het huidige kabinet heeft de senaat slechts drie voorstellen verworpen of teruggestuurd naar de Tweede Kamer. Tijdens het vorige kabinet Rutte zijn tussen 2017 en vorig jaar in totaal slechts vijf wetten weggestemd, die ook niet echt van grote betekenis waren."

 


Door: ANP