De Nationale Bijentelling die dit weekeinde is gehouden, wordt met een week verlengd. Door de lage temperaturen op met name zondag lieten te weinig bijen zich zien. Vrijwilligers telden meer dan 26.500 bijen en zweefvliegen. Dat zijn er te weinig om een goed beeld te krijgen van de bijenpopulatie in ons land.
Vorig jaar werden ruim 70.000 bijen en zweefvliegen geteld. Dat het er dit jaar zoveel minder zijn, heeft te maken met het weer. Bijen houden van zon. "Misschien zijn ze er wel, maar houden ze zich schuil", zegt een woordvoerster van Naturalis, een van de organisatoren van de bijentelling. Ook het aantal tellers was met 1800 aanzienlijk lager dan vorig jaar. Toen deden ruim 3000 mensen mee.
Door de komende week door te tellen, hopen de bijendeskundigen alsnog voldoende gegevens te vergaren. Omdat de telling een gemiddelde laat zien, maakt het niet uit dat een paar dagen langer wordt geteld.
De deskundigen zijn benieuwd of de zachte winter en de zeer late nachtvorst dit jaar invloed hebben op het aantal bijen. Door de zachte winter zijn de beestjes te vroeg uit hun winterslaap ontwaakt. Buiten was er nog niet genoeg voedsel voor ze te vinden. Door de late nachtvorst zijn vroegbloeiende planten bevroren. Die gaan niet bloeien, terwijl bijen het stuifmeel van bloemen nodig hebben.
Bijen hebben het al jaren moeilijk. In Nederland komen bijna 360 soorten bijen voor. Ruim de helft daarvan geldt als bedreigd. Dit weekeinde werd net als in voorgaande jaren de honingbij het meest gezien (4770). De gehoornde metselbij (3331) en de rosse metselbij (2955) staan op de tweede en derde plek.
Wie nog wil meedoen met de bijentelling vindt een telformulier op de website Nationalebijentelling.nl. Daar is ook een gidsje te vinden met daarin de zestien meest voorkomende bijensoorten in Nederland.
Door: ANP