Het Openbaar Ministerie heeft de zaak rond het lekken van geheime informatie over de Chemours-fabriek in Dordrecht afgehandeld met een schikking. Ruben Schilt, voormalig commissielid van de PvdA in de gemeenteraad van Dordrecht, moet 750 euro betalen omdat hij in 2023 informatie uit een besloten vergadering naar de pers had doorgespeeld. Tv-programma Zembla meldde op basis van die gelekte notulen dat Chemours een schikkingsvoorstel van enkele miljoenen euro's had gedaan aan Dordrecht, Molenlanden, Papendrecht en Sliedrecht voor de PFAS-verontreiniging in die gemeenten.

Toenmalig burgemeester Wouter Kolff van Dordrecht deed in september 2023 aangifte van het schenden van de geheimhoudingsplicht. Dat geldt als een misdrijf, waarop maximaal een jaar celstraf staat of een boete van 22.500 euro. Kolff schakelde ook een recherchebureau in om te achterhalen wie de informatie had gelekt. Schilt meldde zich kort daarna zelf bij de burgemeester als dader. De jonge PvdA-politicus legde direct zijn functie als commissielid neer. Schilt verklaarde later dat hij de geheime informatie over het schikkingsvoorstel bewust had gelekt, omdat hij vond dat iedereen het moest weten.

Het OM maakte in maart vorig jaar bekend de nu 23-jarige Schilt te vervolgen, maar heeft nu toch besloten de zaak met een schikking af te doen. "Het is verboden wat hij heeft gedaan, maar je kijkt ook naar de persoon", aldus een woordvoerder van het OM. "Het gaat om een jonge verdachte, die uit ideëel oogpunt iets heeft gedaan. Hij is nu geen raadslid meer. We hebben daarom hiervoor gekozen."

De gemeente Dordrecht laat weten de uitkomst te accepteren. "De burgemeester heeft destijds aangifte gedaan, omdat we dit zagen als een strafbaar feit. Want in een democratie is het belangrijk om je aan de spelregels te houden", aldus een woordvoerder. "Het was vervolgens aan het OM om op te treden en de zaak af te handelen. Daar bemoeien we ons verder niet mee."

Dordrecht, Molenlanden, Papendrecht en Sliedrecht hebben Chemours aansprakelijk gesteld voor de vervuiling van de bodem en het water door de PFAS-uitstoot van het bedrijf. De rechter oordeelde in een tussenvonnis dat dit in ieder geval geldt voor de periode 1984-1998. Over de schade die tussen 1998 en 2012 is ontstaan, volgt nog een uitspraak.