De wereldwijde olieprijzen zijn donderdag stevig opgelopen, omdat de financiële markten zich voorbereiden op een mogelijke Israëlische aanval op de Iraanse olie-industrie. Dat lijkt ook zijn weerslag te hebben op het sentiment op de beursvloer in Amsterdam, waar olie- en gasconcern Shell een van de weinige winnaars was in de lijst met hoofdfondsen.

De prijs van Amerikaanse olie noteerde in de loop van de dag een plus van wel 5,5 procent tot bijna 74 dollar per vat. Later zwakte de prijsstijging wel weer wat af. Brentolie, oftewel de olie in onder meer het Midden-Oosten en de Noordzee, klom tot bijna 77 dollar in prijs.

Shell kreeg er op de Amsterdamse beurs 0,6 procent aan beurswaarde bij. Ook andere olieconcerns werden door beleggers hoger gezet. Zo ging BP bijna 1 procent vooruit op de beurs in Londen. Het aandeel TotalEnergies kreeg er ruim 1 procent bij in Parijs.

Beleggers lijken vooral geschrokken van opmerkingen van de Amerikaanse president Joe Biden. Toen hem gevraagd werd of hij een Israëlische aanval op Iraanse olie-installaties zou steunen, antwoordde hij: "We bespreken dat." Biden zei ook dat hij niet verwachtte dat de Israëlische vergelding donderdag zou plaatsvinden.