Het rapport van de Hoge Raad over de dodelijke steekpartij in een Haagse Albert Heijn van vorig jaar geeft strafrechtelijke organisaties aanleiding om "hun werkwijzen onder de loep te nemen". Dat meldt het Openbaar Ministerie (OM) in een reactie op het rapport waarin geconcludeerd wordt dat het OM, toenmalig minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) en uitvoeringsinstanties tekort zijn geschoten bij het fatale geweldsincident.
Volgens de Hoge Raad is het OM tekortgeschoten op het gebied van wettelijke voorschriften. Zo heeft de organisatie onder meer cruciale informatie niet gemeld aan de Justitiële Informatiedienst. Het was bijvoorbeeld niet bij instanties bekend dat verdachte Jamel L. na een veroordeling voor zware mishandeling een aantal jaar verplicht was opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis in het Verenigd Koninkrijk. Ook had de betrokken officier van justitie geen weet van de tbs-maatregel die L. in Curaçao opgelegd had gekregen.
De hoogste baas van het OM Rinus Otte meldt dat "de vraag" is of "meer kennis tot andere besluiten zou hebben geleid en zeker of deze betreurenswaardige dood had kunnen worden voorkomen. In ieder geval miste deze zaak informatie over het strafrechtelijke verleden van de verdachte."
De aanbevelingen die de Hoge Raad doet, zoals het zorgen voor een goed werkend registratiesysteem voor overgenomen sancties, geven volgens Otte "praktische aanknopingspunten voor verbetering". Hij meldt ook dat het OM al aan de slag is gegaan met sommige adviezen en dat de komende periode gebruikt wordt om deze "tot in detail te bestuderen".