Voornamelijk progressieve en linkse partijen zijn kritisch op de kandidaatstelling van Martin Bosma om Kamervoorzitter te worden. Zijn partij de PVV heeft namelijk eerder een motie en amendement gesteund waarin werd gepleit dat de Kamervoorzitter altijd een lid van de oppositie moet zijn. Onder meer SP en D66 vinden dat inconsistent met de kandidatuur van Bosma, gezien PVV na haar verkiezingswinst afstevent op regeringsdeelname.
De Tweede Kamer kiest donderdag wie de nieuwe Kamervoorzitter wordt, naast Bosma is ook Kamerlid Tom van der Lee (GroenLinks-PvdA) in de race voor het voorzitterschap.
"Eigenlijk kiezen we als Kamer deze voorzitter op het moment dat partijen nog in onderhandeling zijn met elkaar en de vraag is of je dan over een coalitie- of oppositiekandidaat kan spreken", reageerde Gidi Markuszower (PVV) toen Sandra Beckerman (SP) hem confronteerde met de eerdergenoemde motie. Daarnaast zei hij dat zijn partij wel veel ervaring heeft in de oppositie, wat met gelach werd ontvangen door de SP'er.
De besproken motie werd ingediend toen de vorige Kamervoorzitter Vera Berkamp werd verkozen in 2021. Toen was ook "geen nieuwe coalitie in beeld en stemde u met overtuiging voor het voorstel", wierp Beckerman de PVV'er tegen.
"Het zou hem toch sieren om meer rekenschap te geven van zijn eigen stemgedrag", zei Joost Sneller (D66) over Markuszower. De D66'er had het over een voorstel voor een kleine wetswijziging uit 2022 waar de PVV voor stemde. Daarin werd gesteld dat "de voorzitter van de Tweede Kamer altijd uit de gelederen van de oppositie afkomstig moet zijn". Zowel de motie als het amendement behaalden overigens geen meerderheid in de Kamer.
Door: ANP