Politiek wil bedreigers journalisten strenger straffen

27 May 2021, 23:53 uur
Landelijk
mainImage
Pixabay

Bedreigers van journalisten moeten een langere celstraf kunnen krijgen. Verscheidene politieke partijen willen dat ook zij worden opgenomen in de wet die de strafmaat verhoogt van maximaal twee naar drie jaar celstraf. Deze wet gaat al gelden voor bedreigers van bestuurders, politici, advocaten, rechters en officieren van justitie, maar verscheidene partijen willen die groep uitbreiden. Ook politieagenten en boa's horen volgens bijvoorbeeld de SGP bij deze categorie.

Volgens Kamerlid Ingrid Michon (VVD) zijn journalisten vergeten in de wet, terwijl zij juist vaker bedreigd worden en soms zware beveiliging nodig hebben. SP-Kamerlid Michiel van Nispen vindt dat niet alleen de strafmaat omhoog moet, maar dat ook de pakkans verbeterd moet worden. Mirjam Bikker (ChristenUnie) wijst erop dat ook ambtenaren en boa's steeds vaker te maken krijgen met criminelen, mogelijk omdat zij zich met steeds meer politietaken moeten bezighouden.

Demissionair justitieminister Ferd Grapperhaus heeft begrip voor de ingediende voorstellen. Volgens hem zijn bijvoorbeeld advocaten en rechters in eerste instantie opgenomen in de wet omdat zij in hun rol de rechtstaat borgen. Maar steeds vaker zien criminelen hen niet meer als vertegenwoordigers van een rol, maar vallen hen persoonlijk aan. Hetzelfde geldt volgens Grapperhaus voor journalisten en politieagenten. Zij controleren en beschermen de rechtstaat en dienen een maatschappelijke rol. Geweld tegen en bedreiging van journalisten komen volgens de minister nu vaker voor dan bijvoorbeeld twintig jaar geleden.

De strengere strafmaat voor bedreiging van bepaalde groepen is onderdeel van een wet die criminele ondermijning moet tegengaan. Hierin zijn ook andere zaken opgenomen. Het gaat bijvoorbeeld om een verbod op het bezit en vervoer van grondstoffen van harddrugs, of het betreden van afgesloten terreinen zoals havens.

Dinsdag wordt over de wet en de ingediende voorstellen gestemd. Het is aannemelijk dat de Kamer ze aanneemt.