De sterke stijging van de internationale gasprijs zal dit jaar naar verwachting leiden tot meer energiearmoede onder Nederlandse huishoudens. Dat meldt onderzoeksinstituut TNO op basis van een studie naar de effecten van de stijgende energieprijzen. Een sterke stijging van de energieprijs van meer dan 20 procent, het slechtste scenario in de studie, leidt in 2025 tot 7,6 procent energiearme huishoudens. Het gaat dan om 640.000 huishoudens die moeite hebben om hun energierekening te betalen.

Een beperkte stijging van de energieprijs van 5 procent leidt dit jaar naar schatting tot 6,6 procent energiearme huishoudens en bij een prijsstijging van 12 procent komt de studie uit op 7,1 procent huishoudens met energiearmoede. In 2023, bij nog hogere energieprijzen, bedroeg het aantal energiearme huishoudens ongeveer 400.000, ofwel 4,8 procent van alle Nederlandse huishoudens. Dat kwam door financiële steunmaatregelen. Zonder het effect van deze steunmaatregelen zou dit in 2023 naar schatting 885.000 zijn geweest, ofwel 10,7 procent van alle huishoudens.

De financiële steunmaatregelen, zoals de energietoeslag en het prijsplafond, zijn met ingang van 2024 gestopt. Met een energietoeslag zou het aantal energiearme huishoudens volgens TNO dit jaar wel onder het hoge niveau blijven van 4,8 procent in 2023, toen de steunmaatregelen er nog wel waren. Bij een lage energieprijs en een energietoeslag zouden er dan 4,1 procent energiearme huishoudens zijn en bij een hoge prijs 4,5 procent. Dit betekent dat een energietoeslag zoals die in 2022 en 2023 bestond, het energiearmoede-percentage met 2,5 tot 3,1 procentpunt zou kunnen verlagen. Dit komt neer op 209.000 tot 260.000 minder huishoudens met energiearmoede.