PVV-leider Geert Wilders is boos op het kabinet, en dus ook op zijn partijgenoot en migratieminister Marjolein Faber, omdat de spreidingswet pas begin 2026 wordt ingetrokken. Hij wijst erop dat de coalitiepartijen en het kabinet eerder nog hadden afgesproken om dat "zo mogelijk nog" in 2024 te doen. Dat het ook dit jaar niet lukt "is de schuld van het hele kabinet en dus ook van mevrouw Faber", aldus de radicaal-rechtse politicus.

Wat Wilders betreft moet nog dit jaar een einde komen aan de wet die is bedoeld om asielzoekers over het land te verdelen. Hij vindt het niet kunnen dat gemeenten die daar niet aan meewerken uiteindelijk kunnen worden gedwongen om dat te doen.

Maandag kwam Faber met haar langverwachte vervolgstap om een einde te maken aan de wet. Het ging om een zogeheten 'contourennota' met een plan om asielzoekers na de intrekking op een andere manier over het land te verdelen. Maar een voorstel van een intrekkingswet bleef achterwege.

NSC-partijleider Pieter Omtzigt heeft meer geduld, hij zegt "rustig af te wachten waar het kabinet mee komt." De coalitie heeft afgesproken dat de wet wordt ingetrokken, "maar dat er ook voor fatsoenlijke opvang gezorgd wordt. Ik denk dat beide tegelijk gedaan moet worden," aldus Omtzigt.