In de nacht van zaterdag op zondag begint de wintertijd. De klok wordt om 3.00 uur 's nachts een uur achteruit gezet. Het is mogelijk een van de laatste keren dat we een uur met de tijd schuiven, want het Europees Parlement wil af van het halfjaarlijkse verzetten van de klok.
De wintertijd is de standaardtijd. Op de kortste dag van het jaar, 21 december, wordt het rond kwart voor negen licht en gaat de zon rond half vijf onder. Eind maart wordt in alle EU-landen de klok een uur vooruit gezet. Op 21 juni wordt het rond half zes licht en gaat de zon rond tien uur onder. Die zogenoemde zomertijd is ingesteld om de uren dat het licht is in de zomermaanden beter overeen te laten komen met de uren dat mensen wakker zijn. Zo zou het elektriciteit besparen, omdat het 's avonds een uur langer licht blijft.
Tegenstanders betwijfelen dat en veel mensen zeggen fysiek last te hebben van het verschuiven van de tijd: het verstoort de biologische klok. Naar verwachting komt er op termijn dan ook een einde aan het halfjaarlijkse verzetten van de klok. Een meerderheid van het Europees Parlement wil er vanaf in 2021. De EU-lidstaten kunnen zelf bepalen of zij daarna permanent op zomer- of wintertijd overschakelen, maar het parlement heeft wel een uitstelclausule aangenomen om te voorkomen dat er een wirwar aan verschillende tijden ontstaat.
Door: ANP