Het stadsbestuur van Rotterdam gaat een omgevingsvergunning afgeven voor een windturbine op de groene Landtong met een tiphoogte van 210-235 meter, terwijl in het MER-advies stond dat die slechts 185 meter mocht worden. Raadslid Segers-Hoogendoorn van het CDA pakte het advies er nog eens bij en wist niet wat hij herlas.
a. Er ontbreekt milieu-informatie om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen;
b. Kwantitatieve risicoanalyses van het voornemen in relatie tot de buisleidingen op de landtong als ook in relatie tot de omliggende risicovolle installaties (ligplaatsen en steigers voor schepen) ontbreken;
c. De natuurtoets in het MER zijn onvoldoende navolgbaar in hoeverre de 1%-mortaliteitsnorm voor de rosse vleermuizenpopulatie en de ruige dwergvleermuizenpopulatie wordt overschreden, en of de beoogde stilstandsvoorziening afdoende is om onder deze mortaliteitsnorm te blijven.
Naast de punten die de commissie MER aangeeft is volgens Segers-Hoogendoorn niet duidelijk in welke mate rekening is gehouden met de gevolgen voor het natuurgebied/stiltegebied/wandelgebied onder de windturbine als gevolg van de plaatsing ervan. En ook is onduidelijk wat de geluidscontouren van de te plaatsen windturbine zijn.
In het advies van de Veiligheidsregio staat: “Het project “Repowering en uitbreiding Windpark landtong Rozenburg” leidt in elk van de mogelijke alternatieven tot een serieuze vergroting van risico’s voor aanwezigen (op de ligplaatsen), voor mensen in de omgeving (door de optredende domino effecten), voor de stroomvoorziening en het milieu”. Dit is dus een negatief advies, vindt het CDA, en dus wil Segers-Hoogendoorn van milieuwethouders Zeegers (D66) gemotiveerd hebben waarom dit negatieve advies van de Veiligheidsregio wordt genegeerd?