Een aanzienlijk deel van de Rotterdammers in de bijstand blijkt de afgelopen jaren door de gemeente Rotterdam te zijn gekort op hun uitkering. In 2019 raakte de helft van de gekorte bijstandsgerechtigden in Rotterdam zijn of haar bijstand zelfs gedeeltelijk kwijt.
Reden? Omdat ze niet verschenen op afspraken met de gemeente. Of dat ze niet meewerkten aan een plan van aanpak. Ellen Verkoelen, fractievoorzitter van 50PLUS in Rotterdam, zegt ‘’deze bureaucratie schrijnend te vinden’’ en spreekt van ‘’kafkaiaanse praktijken.’’
‘’En dat in een stad waar een op de vier kinderen in langdurige armoede opgroeit, waar de voedselbanken geen uitzondering meer zijn maar onderdeel van het overheidsbeleid, waar dakloosheid hand over hand toeneemt en waar een enorm tekort is aan goedkope sociale woningbouw, waar steeds meer inwoners in een schrijnende en langdurige schuldenproblematiek terechtkomen, de gemeente Rotterdam de stad is die de meeste maatregelen neemt om mensen in de bijstand te korten’’, aldus Verkoelen, die er een brandbrief over schreef naar de verantwoordelijke wethouders Moti en Grauss.
‘’Het blijkt’’, zegt Verkoelen, ‘’dat Rotterdam het minst terughoudend is met het opleggen van maatregelen en te boek staat als de gemeente die het minst coulante omgaat met de Participatiewet.’’
Een van de vele pijnlijke vragen die Verkoelen aan de wethouders stelt is deze: ‘’Rotterdam ontvangt van het Rijk middelen om mensen die onder de Participatiewet vallen naar werk te begeleiden. Die middelen zijn vrij te besteden. Als Rotterdam op uitkeringen bespaart, mag Rotterdam het restant houden en ook vrij besteden. Kan het college aangeven hoeveel restant geld er in 2019 er bespaard is door uitkeringen te korten?’’