Er komt voor de politie een nieuwe landelijke ambtsinstructie voor de inzet van de hond als geweldsmiddel op basis van de aanbevelingen van de Nationale Ombudsman en het adviesrapport ‘de gebeten hond’.

Dat zegt burgemeester Aboutaleb ter geruststelling van de Rotterdamse politieke partijen D66, GroenLinks, Denk en Nida, die over het algemeen altijd veel kritiek hebben op het functioneren van de politie en erop wijzen dat het inzetten van politiehonden het op één na zwaarste middel is waarover de politie beschikt. Ze vroegen min of meer om een tandje minder. 

‘’Sommige honden bijten door, ook als zij het commando krijgen om te stoppen. Om de bek van het dier los te krijgen bestaan zogenaamde breeksticks. Ook zijn de hondenbegeleiders uitgerust met een stropkoord, waarmee de hond gewurgd kan worden als hij niet op tijd los laat. Een praktijk met ernstige volgen voor mens en dier’’, aldus D66-raadslid Arsieni, die naar aanleiding van een recente reportage van Zembla de indruk kreeg dat de Rotterdamse politie buitensporig geweld zou hebben gebruikt bij een arrestatie op Zuid. Ze vroeg jaarcijfers.

In 2019 bleken er 11.000 meldingen geweest te zijn waarbij een hondengeleider ter plaatse is gegaan. Bij die 11.000 meldingen is er 82 keer daadwerkelijk een politiehond ingezet waarbij burgers 59 keer letsel hebben opgelopen. In 2020 (tot half november) moest de politie 66 keer optreden met een diensthond met 57 letsels.

‘’Ja, ik hecht belang aan goede waarborgen en instructies voor de inzet van de politiehond’’, aldus Aboutaleb in zijn beantwoording. ‘’Voor de toetsing van de inzet van dit middel wordt nu nog teruggevallen op de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit (*), die op grond van de Politiewet gelden.’’ Daar wordt dit jaar dus een nieuwe ambtsinstructie aan toegevoegd.

Aboutaleb: ‘’De hoofdregel is dat behoedzaam gebruik dient te worden gemaakt van (dreigen met) de inzet van de politiehond. Het is een zwaar geweldsmiddel dat zeer ernstige verwondingen kan veroorzaken. Dit betekent in de praktijk dat de hondengeleider ter plaatse (al dan niet in samenspraak met andere politiemedewerkers) een inschatting maakt welk geweldsmiddel passend is om in te zetten conform de bestaande regelgeving.’’

Elke inzet waar daadwerkelijk de hond is ingezet wordt beoordeeld door de Commissie Geweldsaanwending en door de politiechef van de Eenheid.

(*) Beste manier om het doel te bereiken.