De stickers met de tekst ‘Free Palestina’ die tijdens de Palestijnse demonstratie eind november in het centrum van Rotterdam op de trams en bussen zijn geplakt, zijn op kosten van de RET verwijderd. De RET heeft daar een apart budget voor, antwoordt burgemeester Aboutaleb op eerdere kritische schriftelijke vragen van Leefbaar en de VVD. De demonstratie werd georganiseerd door het in Duitsland verboden extremistische Samidoun, dat onder andere de Hamas-terreur verheerlijkt.
Terugkijkend vond Aboutaleb dat de demonstratie rustig is verlopen. Er zijn door de politie vijf aanhoudingen verricht. Het betrof twee keer een belediging en geen ID-bewijs, één keer geen ID-bewijs, twee keer verstoring openbare orde. Er hebben weinig incidenten plaatsgevonden en deze zijn niet geëscaleerd.
Of er veel schade is verricht aan de bezittingen van ondernemers? ''De gemeente houdt dat niet bij'', laat Aboutaleb enigszins luchthartig weten. ‘’Hoewel het in individuele gevallen ongetwijfeld wel eens onplezierig kan zijn, is er juist bij ondernemers in de binnenstad, overwegend begrip dat evenementen, demonstraties en andere activiteiten impact op de bedrijfsvoering zullen hebben....''
Waarna hij vervolgt:
''Bovendien plukken zij ook de vruchten van ondernemen op populaire, aantrekkelijke en drukbezochte plekken. Als stad staan we pal voor het fundamentele recht op demonstratie. Ook als dat een mate van overlast, van hinder of (indirecte) economische schade met zich meebrengt.’’
Over de leus ‘From the river to the sea, Palestine will be free’, een geweldsoproep die volgens de raadsleden Ceulemans (Leefbaar) en Becker (VVD) onderdeel is van het handvest van Hamas, en ''die eindeloos aangeheven en op spandoeken rondgedragen werd, terwijl er tevens vanaf het podium opgeroepen werd tot het plegen van strafbare feiten'', wil Aboutaleb geen buil vallen en houdt hij zich bij beantwoording strikt aan de wet en de uitspraak van het OM.
‘’Als burgemeester ga ik niet over de inhoud van een demonstratie. Niemand heeft voorafgaand toestemming nodig voor het openbaren van gedachten en gevoelens, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De vrijheid van meningsuiting geldt tot het moment dat er sprake is van een wetsovertreding. Het OM heeft de leus waaraan gerefereerd wordt als niet strafbaar beoordeeld. Er is daarom ook niet ingegrepen. De leus is niet zonder meer te kwalificeren als een oproep tot geweld’.’’