De Rotterdamse wethouder Faouzi Achbar steunt de komst van Islamitisch Centrum Barendrecht op eigen titel en niet namens het stadsbestuur van Rotterdam.

Burgemeester Carola Schouten heeft dit laten weten aan de raadsleden Ceulemans (Leefbaar) en Verkoelen (Jongere Ouderen Unie), die – schreven zij – ‘’met verbijstering’’ kennis hadden genomen van een promotiefilmpje van een mogelijke Barendrechtse moskee op Facebook waarin Achbar een prominente rol had.

Hij zei in het filmpje het volgende: "Salam Aleikum, beste broeders en zusters. Wat een prachtig initiatief is er op dit moment gaande hier in Barendrecht. Een moskee voor de gemeenschap. Het is een langgekoesterde wens van de gemeenschap hier in Barendrecht om een moskee te realiseren en dat staat nu te gebeuren. De eerste stap die gezet moet worden is een bedrag van 750.000 euro binnen te halen en inshallah, met Allah's wil, gaat dat lukken. En daarna is natuurlijk de tweede stap nodig en dit is een totaalbedrag van 2,3 miljoen. Maar ik heb er volle vertrouwen in dat die kracht die er in de gemeenschap is, dat dat gaat lukken."

‘’Achteraf gezien’’, aldus Carola Schouten, ‘’is de wethouder zich onvoldoende bewust geweest, dat zijn uitlatingen gezien zouden kunnen worden in de context van zijn rol als wethouder. Dit is direct na publicatie op zijn verzoek aangepast. Het Rotterdamse college heeft geen betrokkenheid bij dit initiatief en neemt hierover geen standpunt in.’’

Duidelijk is dat de uitlatingen van Achbar niet alleen in het verkeerde keelgat geschoten zijn bij Ceulemans en Verkoelen, maar ook binnen een deel van het college van B&W. Waarschijnlijk ook omdat Achbar door onder meer dezelfde politieke partijen al verweten was dat hij een Iftar had doorgedrukt in de Burgerzaal. Men vroeg zich dus hardop af of Achbar wel in staat was om kerk en staat te scheiden.

Alle kritische vragen die Ceulemans en Verkoelen over zijn enthousiasme per brief stelden behoefden dus niet te worden beantwoord na de vaststelling dat Achbar zijn jubel over een mogelijke moskee in Barendrecht niet als wethouder had laten klinken. Schouten volstond met de mededeling dat Rotterdam geen mening heeft over Barendrechtse initiatieven en verwees verder nog even naar de Gedragscode Rotterdamse bestuurders.

Daarin staat: "Een bestuurder gaat verantwoord en zorgvuldig om met social media en diens uitingen daarop. De bestuurder is zelf verantwoordelijk voor het beheer van zijn eventuele social media-accounts en is altijd aanspreekbaar op zijn gedrag en uitlatingen hierop."