Leefbaar Rotterdam en de fracties van de VVD, CDA, 50Plus, CU-SGP, Partij van de Arbeid en PVV stemden gisteren vóór de wens om alle wapens in de stad de straat uit te krijgen en daarvoor alle mogelijke instrumenten in te zetten, waaronder preventief fouilleren. Het was geen kwis, maar een serieuze vraag aan de gemeenteraad in Rotterdam, die zich terdege beseft dat er in maart 2022 verkiezingen zijn. De uitslag was: 26 voor, 19 tegen. 

Een opmerkelijke uitslag – niet zozeer vanwege de inhoud – maar omdat oppositiepartij Leefbaar daartoe het initiatief nam en zelfs vier coalitiepartijen het gevoel van roerend-eens niet konden onderdrukken. De afscheiding met D66 en GroenLinks moet in die twee kringen hard zijn aangekomen. Te meer omdat de veiligheid in Rotterdam een belangrijk item wordt tijdens de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen, misschien wel het belangrijkste en doorslaggevende.

D66 en GroenLinks stonden niet alleen in hun behoudende stanspunt. Ze kregen steun van Denk en Nida en ook raadslid Cicek van de SP hielden vast aan: niet zomaar preventief fouilleren. Dat vinden ze niks. De tegenstemmers hebben hele andere gedachten om ooit de stad weer veilig te krijgen: voornamelijk zo lang mogelijk praten met en het begeleiden (sturen) van diegenen die de stad onveilig maken.

De weerzin tegen de methode van Leefbaar Rotterdam kwam bij de behandeling van het onderwerp misschien het duidelijkst tot uiting toen Ruud van der Velden, de fractieleider van de Partij voor de Dieren, vroeg wat bedoeld werd met de suggestie: alle mogelijke instrumenten? Zit daar de doodstraf bij, vroeg Van der Velden tegen beter weten in. Maar zelfs toen hij gerustgesteld was vond hij namens de dieren in Rotterdam preventief fouilleren geen optie.