Er wordt door hoofden van de ambtelijke diensten van de gemeente Rotterdam niet actief gekeken naar de activiteiten van medewerkers op socialmedia.

Die bevestiging kreeg raadslid Soytekin van de moslimbeweging Denk nadat hij onder het motto 'Mag je nog opkomen voor de rechten van Palestijnen, zonder een veroordeling’ daarover hom of kuit wilde van wethouder Struijvenberg.

Wel is het zo dat als er in dit kader gesprekken met ambtenaren noodzakelijk zijn, dat die dan altijd tot stand komen ‘’op basis van signalen of meldingen’’, aldus Struijvenberg, die de baas is van alle Rotterdamse ambtenaren. Die gesprekken blijken inderdaad te hebben plaatsgevonden.

‘’Het socialmediagedrag van ambtenaren kan soms botsen met de gedragscode of met de afgesproken richtlijnen. Het is  belangrijk dat een medewerker die via een privé socialmedia account iets post, helder moet maken dat het gaat om een persoonlijk standpunt. Gesprekken in relatie tot het gebruik van social media vinden plaats als (mogelijk) deze richtlijnen privégebruik social media niet gevolgd zijn. Zo ook met betrekking tot de situatie in het Midden-Oosten.’’

De betreffende ambtenaren, die buiten hun boekje gingen en voor wie de fractie van Denk opkwam, hebben geen consequenties ondervonden aan hun gebruik van socialmedia in relatie tot de situatie in het Midden-Oosten.  Struijvenberg: ‘’Het goede gesprek is gevoerd en vooral gericht op het creëren van bewustzijn met betrekking tot socialmediagedrag in relatie tot de functie en verantwoordelijkheden die een ambtenaar draagt.’’