Marciano van Campenhout, de enige politieke vertegenwoordiger van BIJ1 in de Rotterdamse gemeenteraad, is mordicus tegen het bestaan van de Rotterdamwet en heeft een brief van verzet gestuurd omdat de in zijn ogen discriminerende wet is uitgebreid naar 25 straten en 7.473 woningen. In zijn ogen en die van zijn partij wordt ongelijkheid hiermee niet bestreden maar beheerd. Hij heeft daarom 25 vragen aan het stadbestuur.

‘’De Rotterdamwet is al twintig jaar het symbool van een stad die haar eigen bewoners selecteert, scheidt en straft op basis van inkomen, status en afkomst. Wat ooit werd gepresenteerd als een tijdelijke maatregel om de leefbaarheid te verbeteren is uitgegroeid tot een structureel systeem van uitsluiting’’, schrijft hij.

En legt uit: ‘’Onder het mom van veiligheid en leefbaarheid worden mensen met lage inkomens en een migratieachtergrond geweerd uit hun wijken, terwijl de oorzaken van armoede en woningnood onbestraft blijven. Deze wet maakt van wonen geen recht maar een privilege. Ze criminaliseert armoede, normaliseert discriminatie en houdt de ongelijkheid die armoede veroorzaakt in stand.’’

Van Campenhout  voor een ander uitgangspunt, namelijk ‘’dat iedere Rotterdammer, ongeacht inkomen, afkomst of verblijfsstatus, recht heeft op een thuis. Wij verzetten ons tegen beleid dat mensen verdeelt in gewenste en ongewenste bewoners en eisen een stad die investeert in bestaanszekerheid in plaats van in uitsluiting.’’

‘’Kan het college toelichten hoe deze structurele inbreuk juridisch, beleidsmatig en moreel wordt gerechtvaardigd, en op welke manier de proportionaliteit en noodzakelijkheid van deze maatregel zijn onderbouwd?’’ Dat is zijn eerste vraag. Het stadsbestuur kreeg er nog 24 met die strekking voor haar kiezen.