Rotterdam moet stoppen met het stadsbrede blowverbod. Dat vindt D66 in de Rotterdamse raad. “Een zwaar instrument zoals een APV-verbod zou alleen ingezet moeten worden op basis van gedegen juridische gronden en zuivere argumentatie.”

D66-raadslid Elene Walgenbach heeft, naar aanleiding van de berichtgeving door de NOS van afgelopen week, vragen gesteld aan het college van burgemeester en wethouders over het algehele blowverbod wat geldt in Rotterdam.

Walgenbach noemt het verbod 'symbool voor de betutteling in de stad'. “Rotterdammers moeten hun ding kunnen doen en een blowtje roken in het park hoort daar wat ons betreft gewoon bij. Zo’n conservatief beleid past niet bij deze stad.”

Gemeentegrenzen

Uit onderzoek van de NOS bleek afgelopen week dat een jointje opsteken in het openbaar op steeds meer plaatsen in Nederland verboden is. Eén stap over de gemeentegrens kan daarbij het verschil betekenen tussen wel of geen boete. 218 van de 355 gemeenten hebben volgens de NOS inmiddels een algeheel verbod op drugsgebruik afgekondigd voor de publieke ruimte, waaronder Rotterdam. De gemeenten met zo'n totaalverbod volgen daarmee niet de landelijke geldende Opiumwet.

“De fractie van D66 hecht eraan dat het zware instrument van een APV-verbod alleen wordt ingesteld op basis van gedegen juridische gronden en zuivere argumentatie.” valt er te lezen in de schriftelijke vragen.

Walgenbach vraagt aan de burgemeester of hij het verbod daadwerkelijk noodzakelijk vindt, of er alternatieven zijn overwogen, zoals een specifiek verbod op bepaalde plaatsen en of hij het duidelijk vindt voor Rotterdammers en bezoekers vanuit andere gemeenten.

“In Delft of in Utrecht mag je bijvoorbeeld wel een blowtje op steken. Als het zo doorgaat mag er straks niks meer in Rotterdam.” vindt de politica.