door Jan D. Swart
De bouw van voldoende betaalbare woningen in Rotterdam stagneert. Naar vermoeden behoorlijk. De verantwoordelijke wethouder Zeegers meldt het zelf. Ook de oorzaak: tegenwind. Te dure materialen en geen mensen. Reden voor alle marktpartijen, woningcorporaties en de uitvoerende (en eigenlijk ook beslissende) bouwambtenaren om een set van 30 maatregelen uit te werken om toch te kunnen blijven bouwen en daarmee te voldoen aan de woondeal met het Rijk: 38.000 woningen vóór 2030.
Het Rotterdamse bouwgouvernement zet daarbij in op het realiseren van een stabiele bouwstroom van 3.500 – 4.000 woningen per jaar met een programmering van minimaal 55% betaalbare woningen tot en met 2025 en minimaal 65% betaalbaar vanaf 2026. Grote waakzaamheid voor politieke partijen als de SP (die vooral), want de percentages willen (en zullen) nog wel eens verschuiven.
Binnen de maatregelen om te kunnen blijven bouwen is er doorbouwfonds gestart ter ondersteuning van een stabiele bouwstroom van jaarlijks 3.500 woningen met een voldoende betaalbaar programma. Ook worden versneld nieuwe bouwlocaties voor sociale woningbouw bepaald en (eindelijk) snellere procedures. Met de actie moeten 880 sociale woningen kunnen worden gerealiseerd. Verder worden er nieuwe locaties aangewezen voor circa 1.200 extra Flex-woningen.
Er komt geen nieuwe aandacht voor extra hoogbouw, wel voor het realiseren van de hoogbouwtorens waarvan de planvorming al is opgestart.
Voor de middencategorie wordt – binnen de maatregelen - een regeling uitgewerkt waarin de gemeente gaat voorzien in een soort sponsoring van maximaal 5000 euro per woning per project. Ook zegt wethouder Zeegers dat Rotterdam ervoor zal zorgen dat de bouwkosten van nieuwe woningen zullen worden verlaagd. Dat moet gebeuren door nieuwe fabrieksmatige en modulaire bouwmethoden te omarmen.
En dan was er ook nog de verzilvering van een typisch ambtelijk idee om de moed erin te houden: corporaties, marktpartijen en gemeente organiseren ‘’een zogenaamde leertafel als innovatiemotor’’ om voorsorterend op nieuwe landelijke wetgeving en de voorliggende opgave op het gebied van duurzaamheid, zodat bij de invoering van nieuwe wet- en regelgeving de aankomende plannen in hun planprocessen geen vertraging ondervinden.
Hoeveel zo’n leertafel weer gaat kosten, en wie het bedacht heeft, meldt de wethouder niet.