door Jan D. Swart
Rotterdam verdient meer bomen. Er is in wijken en ook langs wegen plek genoeg. Bovendien is het planten van bomen een fluitje van een cent en vrijwel alle politieke partijen in de Rotterdamse gemeenteraad hebben er de afgelopen jaren aandacht voor gevraagd. Het Cool Down City-initiatief geeft ook alle Rotterdammers gratis toegang tot het planten van nieuwe bomen. Maar welke waarde hecht het huidige College van B&W eigenlijk aan deze initiatieven die behalve gericht zijn op het vergroenen van de stad ook de hittestress tegen moeten gaan?
Het is een schriftelijke vraag van CDA-raadslid René Segers-Hoogendoorn (aan de wethouder van de windmolens) en waarschijnlijk krijgt hij pas antwoord als het nieuwe stadsbestuur benoemd is en hijzelf geen raadslid meer is omdat het CDA in Rotterdam tijdens de laatste verkiezingen één van beide zetels verspeelde.
Maar duidelijk is wel dat Segers-Hoogendoorn kort voor zijn goodbye niet gerust is op de interesse van de beleidsbepalers inzake het toekomstige bomenbeleid in Rotterdam. Met als dieptepunt in de afgelopen vier jaar het kappen van 19 naoorlogse acaciabomen aan de Vijverhofstraat, omdat de toenmalige VVD-wethouder Wijbenga (later gepromoveerd naar burgemeester van Vlaardingen) was wijs gemaakt dat de straat moest worden opgehoogd.
GroenLinks, dat deeluit maakte van het huidige stadsbestuur, gaf toen niet thuis. Totaal niet. Dus geen protesterende haag van GroenLinks-raadsleden rondom de boom waarin een bomenliefhebber zich eerst op vijf meter hoogte had verschanst en later naar de top klom om daarmee symbolisch bezwaar te maken tegen het kappen van een meer dan vijftig jaar oude groene rijkdom.
Segers-Hoogendoorn zegt er in zijn recente vragen niks over, maar is het – ooit zelf als GroenLinkse Limburgse jongen - waarschijnlijk ook niet vergeten en refereert daarom nog snel even aan de herinnering dat het Cool Down City een CityLab010 subsidie won voor het realiseren van een bomendepot in Rotterdam en dat het nog steeds niemand op het stadhuis is gelukt om het nota bene door een architect ontworpen depot handen en voeten te geven.