Bij autoloze zondagen horen rampen, zoals in 1973 de oorlog tussen Israël en de Arabische Staten. Voor de Rotterdamse ChristenUnie mag een autoloze zondag altijd. De eensmansfractie van Tjalling Vonk zette daarom de klok daarom maar weer eens traditie- en bijbelgetrouw terug en stelde het de gemeenteraad voor. Maar het nee was onverbiddelijk.

‘’Jammer”, laat burgerraadslid en co-lijstrekker Gerben van Dijk weten, ‘’want juist door de investeren in een autoloze zondag in Rotterdam krijgt de stad weer ruimte en rust.’’ Hij reageert daarmee op het voorstel van de vier coalitiepartijen die ‘’juist meer auto’s de stad inlokken op de Wereldhavendagen en het Zomercarnaval.’’ Een slecht idee, vinden Van Dijk en Vonk, die best van gezelligheid houden maar op zondag met de handen gevouwen.

Of de CU op een rustige zondag de fietsers van GroenLinks, D66, Volt, Partij voor de Dieren en de PvdA op prijs stelde, is niet bekend. 

De laatste autoloze zondag in Nederland was in oktober 1973 als de Arabische staten Amerika en ons land straffen voor hun steun aan Israël. Zij boycotten de uitvoer van olie naar Nederland. Onmiddellijk neemt het kabinet Den Uyl allerlei maatregelen om op het gebruik van energie te bezuinigen. Het verbod op zondag met de auto te rijden is slechts een van de maatregelen. Rantsoenering van benzine, aanhouden van een strategische oliereserve, energiebesparende maatregelen en zoeken naar alternatieve energie zijn andere acties.

Wat veel mensen echter niet wisten was dat oliemaatschappijen de levering bepalen en niet olieproducerende landen. Nog nooit lag er zoveel olie opgeslagen in Europoort als juist tijdens de olieboycot.