De fractieleden van de Partij voor de Dieren in Rotterdam wisten niet wat ze lazen toen raadslid Zeegers van D66 op vervroegde verkiezingstoer ten bate van de skaters een dringende oproep deed aan het VVD-deel binnen het stadsbestuur om het Museumpark voor de urban sporters te behouden. Ze hoorden en zagen het de nieuwe lijsttrekker ter plekke op het terrein zelf vertellen.
‘’Huh?’’, twitterde PvdD-burgerlid Jaap Rozema, ‘’waarom heeft D66 dan tegen onze motie gestemd toen wij deze toffe plek wilden behouden?’’
De Partij voor de Dieren omschreef dat verzoek tijdens de gemeenteraadsvergadering van 8 juli van deze maand als volgt: ‘’herzie het huidige inrichtingsplan voor het dak van de garage in het Museumpark en richt de aanplant van nieuw groen zo in dat urban sporters nog steeds hun sportieve bezigheden kunnen bedrijven.’’
Bovendien constateerde de Partij voor de Dieren in die motie dat urban sporters – zoals longboarders en rollerskaters – grif gebruik maken van het dak van de ondergrondse garage in het Museumpark, omdat deze locatie een glad en aaneensluitend onverhard oppervlak biedt zonder al te veel obstructies (‘skatestoppers’).
Toen er over gestemd werd behoorde D66 (inclusief fractievoorzitter Zeegers) tot de tegenstemmers. Alleen Nida en de SP steunden de skaters. Zo gaat dat in verkiezingstijd.