Rotterdam moet het slavernijverleden en de gevolgen daarvan indringender communiceren met al haar inwoners. Er is 1,8 miljoen gereserveerd voor de invulling van het herdenkingsjaar - van 1 juli 2023 tot 1 juli 2024 – en dat geld moet op. D66, Denk en GroenLinks vinden dan ook dat er expliciet aandacht besteed moet worden aan het betrekken van groepen in de stad die zich niet vanzelfsprekend bezighouden met dit onderwerp, zodat de overzeese geschiedenis bekendheid krijgt en het gesprek hierover breed kan worden gevoerd. De opdracht aan het stadsbestuur kwam van D66 en alleen Leefbaar Rotterdam was er bij stemming op tegen.
Triomfje voor D66-er Agnes Maassen. Ze refereerde aan het excuus van premier Rutte op 19 december van het vorig jaar en wees ook op het Rotterdamse coalitieakkoord 'Eén Stad', waarin beschreven staat dat er bijzondere aandacht moet worden geschonken aan de herdenking van 150 jaar slavernijverleden. Dus een tandje bij, vond ze. Niet in de laatste plaats omdat Rotterdam ‘’als belangrijke havenstad een rol heeft gespeeld in de Nederlandse slavernijgeschiedenis.’’
Maassen: ‘’De premier heeft bij het uitspreken van excuses voor het slavernijverleden nadrukkelijk onderstreept dat hiermee een komma wordt geplaatst, en geen punt. Zowel uit de Rotterdamse als nationale onderzoeken is gebleken dat het belangrijk is om in de samenleving de dialoog te blijven voeren over het slavernijverleden en de betekenis hiervan.’’
En dus moeten uit de pot van 1,8 miljoen ook Rotterdammers worden bereikt, aan wie die hele geschiedenis voorbij gaat. Was getekend Agnes Maassen, doorgaans het vrolijkste meisje uit de gemeenteraad.