De horeca in Rotterdam blijft vechten tegen dezelfde klagers

18 January 2023, 07:05 uur
Politiek
mainImage
ANP

door Jan D. Swart

De algemene hinder van de horeca in Rotterdam is de herrie. Dat is niet nieuw. In elke coalitieperiode komt dit onderwerp als klacht terug. Ook gisteren toen een aantal bewoners – met name uit het centrum van de stad - hierover tijdens de raadscommissie mocht komen inspreken naar aanleiding van het aangekondigde extra uurtje-open op vrijdag- en zaterdagavond. Gepraat, geschreeuw en geroezemoes vonden ze over het algemeen nog enigszins te accepteren, maar muziek niet. Zeker niet als er illegaal boxen aan de muur worden bevestigd en ’s zomers tegen alle afspraken in ramen worden geopend.

Een enkeling had ook bezwaar tegen de vergroting van de terrassen (zelfs het woord exces viel) en er werd te weinig gehandhaafd. De Meent, de Witte de Withstraat, de Nieuwe Binnenweg en de omgeving rond de Oudehaven werden aangewezen als de probleemgebieden.

Nieuw en opmerkelijk na sluitingstijd bleek de ontdekking van chemseks in de centrumportieken. Een oudere vrouw had het gezien, wilde eigenlijk niet kijken, maar kon – zei ze - haar ogen er toch niet vanaf houden. Waarom niet? In chock. Het bleek bovendien niet eenmalig.

Terugkerende narigheid is vanouds het toenemende wildplassen en kotsen, terwijl ook de handhaving in de regel te onderbezet is om te veel horecabezoek in het centrum van de stad te kunnen checken na wedstrijden in De Kuip. Tenminste dat zei een klager. De ondernemers zelf die over de komst van de voetbalsupporters aan het woord kwamen, vonden het een leugen.

Het wildplassen schijnt het ergst te zijn op de Oudehaven. Eerder vertelde een politieman dat wildplassen komt doordat er in de établissementen te weinig urinoirs zijn of dat die tijdens drukke avonden niet (kunnen) worden schoongemaakt. Wie het uitgaansleven kent, snapt die onmogelijkheid. Eén half dronken man kan al een toilet bevuilen. Er is geen beginnen aan. 

De Oudehaven komt trouwens niet in aanmerking voor de verruiming van een uurtje. Het bewonersklaagbolwerk lijkt daar erg krachtig. Maar ook tegen die uitsluiting was protest, omdat de ondernemers die selectie unfair vinden (oneerlijke concurrentie). Ze eisten: gelijke monniken, gelijke kappen.

Tot ieders verrassing kwam tenslotte het verbod om te roken aan de orde. Maar dit keer alleen omdat rokers, kou of geen kou, consistent buiten samenscholen en in een milde mist van nicotine overlast (herrie: lachen en lallen) veroorzaken. 

Wel viel het de routiniers buiten de raadzaal op dat de klachten over de horeca altijd wel uit dezelfde hoek komen, terwijl in het verleden ook al eens is uitgezocht dat de meeste klagers door de bank genomen nieuw zijn in het gebied waar ze wonen (ook altijd ouder) en zich bij de aankoop van hun woning waarschijnlijk te weinig hebben laten voorlichten over de consequenties van een huis in de binnenstad.