door Jan D. Swart
De toekomst (herontwikkeling) van de Kuip komt – zodra het nieuwe Feyenoord-stadion in gebruik is – op termijn in handen van de Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas of van een door die stichting te selecteren projectontwikkelaar. De Kuip verdwijnt daarmee uit het zicht van Stadion Feijenoord N.V. en de clubfamilie. Dat schrijft wethouder Van Gils aan Leefbaar Rotterdam, dat nergens kon traceren wat er nu eigenlijk met het icoon zou gaan gebeuren, inclusief het nog maar 27 jaar oude Maasgebouw.
De herontwikkeling van de Kuip wordt met deze manoeuvre niet alleen weggehaald bij de N.V. Stadion, maar ook bij de gemeente Rotterdam. ‘’Daardoor drukken eventuele tegenvallers bij de herontwikkeling niet op Stadion Feijenoord NV of op de gemeente als aandeelhouder’’, is de veelzeggende verklaring van de wethouder.
Vrij vertaald: als eenmaal het nieuwe stadion in gebruik is genomen, de emoties zijn verdampt en niemand zich meer druk maakt over De Kuip en er bovendien geen geld meer is om te herontwikkelen, kan een wildvreemde projectontwikkelaar besluiten tot afbraak en er huizen laten bouwen.
Dat laatste beeld wordt in het antwoord van Van Gils aan raadslid Simons overigens gemaskeerd om niet te vroeg de indruk te wekken dat het allemaal doorgestoken kaart lijkt. ‘’Op basis van de haalbaarheidsstudie uit 2016 en de second opinion daarop is in 2017 geconcludeerd dat de herontwikkeling financieel haalbaar is’’, houdt Van Gils de moed erin. ‘’De uitgangspunten van de herontwikkeling van De Kuip liggen vast in documenten als de Position Paper (2017), het Masterplan Feyenoord City (2019), de afgesloten procesovereenkomst (2021) en het waardestellingsrapport van SteenhuisMeurs (2021).’’
Maar snel daarna schrijft hij ook: ‘’Zoals ook in de brief van RvC stadion en RvC BVO van 20 mei jl. aan uw raad staat, is de Stichting Gebiedsontwikkeling aan de Maas bezig met een nieuw haalbaarheidsonderzoek.’’ Met andere woorden: als een haalbaarheid in dit stadium opnieuw bekeken moet worden, is er actueel geen enkele zekerheid dat de Kuip een toekomst heeft. De stichting heeft zich slechts tussentijds optimistisch getoond over de eindconclusie, leest men.
In dat optimisme moet dus geld zitten. ‘’De contractueel vastgelegde opbouw van het reserve-account voor de herontwikkeling van de Kuip (tot 6 miljoen) zorgt voor een extra buffer’’, aldus Van Gils, die niet schrijft maar wel weet dat het eerste deel van dat spaargeld er niet is en het restant tot 6 miljoen er – gezien alle tegenvallers – waarschijnlijk ook niet zal komen. Interessant is bovendien of er afgesproken is dat er een spaarpot moet komen van tot 6 miljoen of precies 6 miljoen.
Hieronder een beeld van de herontwikkelingsplannen uit 2018.