De Rotterdamse columniste Ebru Umar heeft kort na de vrijspraak van Richard de Mos fel uitgehaald naar de Nederlandse politiek, die ze beschuldigt van vies spel. En dat spreekt voor zich, schrijft ze in het digitale magazine Nieuw Rechts, maar waarom eigenlijk? In haar ogen hoort politiek een verheven ambt te zijn waarbij politici het land en burgers vooruit willen helpen.
‘’Maar tja. Als twaalf jaar Rutte (of zijn het er inmiddels dertien?) ons één ding geleerd heeft, is het wel dat het niet gaat om het land vooruithelpen, burgers beschermen en iets goeds voor Nederland voor elkaar krijgen, maar om de baas in het zadel houden. De baas zijnde Rutte en zijn VVD’’, luidt de tekst in haar meest recente column, om er aan toe te voegen: ‘’Maar ondanks de fiets, de etagewoning in Den Haag en het donderdagse contact met Haagse scholieren, is hij niet bestand tegen échte mensen die met een lokaal accent, overgewicht en menselijkheid de rest van Nederland wél begrijpen.’’
Ze doelt hier op Richard de Mos, die naar haar mening ‘’kalltgestellt’’ moest worden: een Hagenees met grijs haar en een bril die de taal van Den Haag spreekt. ‘’De eerste VVD’er die wegens corruptie op non-actief gezet wordt, moet nog geboren worden.’’
De Mos zelf zei eerder al eens dat zijn rechtzaak ‘’een staatsgreep’’ was.
Ebru Umar – elk jaar aanwezig op de nieuwjaarsreceptie van Leefbaar Rotterdam - is de dochter van naar Nederland geëmigreerde Turken. Haar vader was patholoog-anatoom, haar moeder oogarts. Ze werd geboren in Den Haag en groeide op in Nieuwerkerk aan den IJssel en Rotterdam. Umar ging naar het Erasmiaans Gymnasium.
Op 23 april 2016 werd ze door de Turkse politie in haar vakantiehuis in Kusadasi gearresteerd naar aanleiding van haar tweets over de Turkse president Erdogan. Umar meldde dat ze op 24 april werd voorgeleid, diezelfde dag nam de Nederlandse minister-president Rutte telefonisch contact met haar op. Ze werd na de voorgeleiding vrijgelaten, maar mocht het land pas na weken verlaten.