door Jan D. Swart
Rotterdam heeft ratten zo groot als een tekkel. Ze vallen kinderen aan en als ze het op hun heupen hebben komen ze zelfs in babykamers te voorschijn. Bovendien spelen ze in de stadhuistuin tikkertje. Raadslid Van Wifferen (D66) had het een keer meegemaakt en daarna onmiddellijk een kat genomen.
Leefbaar-raadslid Benvenido van Schaik – van beroep standwerker – was ouderwets in vorm donderdag tijdens de actualiteitenvergadering van de gemeenteraad: brilletje half op de neus, tekstje paraat. Hij vreesde dat Rotterdam in no time Ratterdam (met een a) zou worden en voor wie dat niet geloofde had hij het wetenschappelijke verwekkingspatroon van ratten voorradig: iedere drie weken acht tot vijftien nakomelingen per vrouwtjesrat.
Met andere woorden: er wordt gefokt bij het leven in de krochten van de stad en dat is allemaal de schuld van de Rotterdammer, die met z’n kind- en kleinkind aan de rand van de singel de eendjes staat te voeren. Raadslid Verkoelen van 50Plus – zelf oma - geloofde daar niks van en verwees naar de volgens haar enige werkelijke brandhaard: de stinkende naplaatsingen bij de afvalcontainers.
In elk geval was van Schaik het Rotterdamse rattenvraagstuk spuugzat. Ook Verweij van de VVD, die met z’n tekkelvergelijking het probleem meteen fysiek had gemaakt. Sommige raadsleden spreidden zelfs hun armen om aan te geven hoe een tekkel kan groeien.
‘’Ik vraag u niks, ik geef u gewoon de opdracht om binnen zes weken met een oplossing te komen’’, sprak Van Schaik tot wethouder Karremans, die daar natuurlijk niet van gediend was, dus net deed alsof z’n neus bloedde en pas na de herhaling zei dat hij voorlopig in Crooswijk – waar de ratten vervroegd carnaval vieren – de zaak op scherp gaat zetten. Wijk voor wijk. Rustigggg, Van Schaik.
Uiteindelijk nam het Leefbaar-raadslid daar ook daar genoegen mee, maar Van Schaik had in elk geval wel bereikt dat het grote rattenprobleem op de kaart was gezet. ‘’Hard nodig’’, zei hij, ‘’want de Rotterdammer krijgt ter bestrijding een doos, die moet ie dan voor de deur zetten, met een klem en een boterham met pindakaas erin en zodra de rat gevangen is, moet ie ‘m er zelf uithalen. De gemeente doet dat niet. Rotterdam is echt van de ratten besnuffeld.’’
Van Schaik was inmiddels ook pro boetes. Dat had Leefbaar onder Joost Eerdmans nooit gewild. Maar het vooruitschrijdende inzicht had hem inmiddels tot dierbare vriend van de Partij van de Dieren gemaakt: dan maar een bon als je de eendjes voert.
“Mooi toch dat Leefbaar die switch maakt en uiteindelijk uw vriend is geworden’’, knikte Moti (PvdA) naar Van der Velden (PvdD), die even in triomf de kans aangreep om te stoken.