De moslimbeweging Denk in Rotterdam ervaart anti-moslimretoriek in Europa als ‘onmenselijk’ en blijft hameren op maatregelen om de discriminatie te bestrijden. Dat deed Denk al bij haar eerste schreden in de plaatselijke politiek onder leiding van hun oprichter Tunahan Kuzu en zijn latere secondant Stephan van Baarle – beiden toen met stemverheffing – terwijl de huidige fractievoorzitter Serkan Soytekin er voornamelijk schriftelijke vragen over stelt. Dit keer naar aanleiding van het onderzoek waaruit blijkt dat de discriminatie in Nederland met 38% hoger ligt dan het gemiddelde in de Europese Unie.
In Duitsland, Denemarken en Oostenrijk blijkt die moslimdiscriminatie het hoogst. Nederland zit in de derde laag. Maar overal neemt het wel toe. Dus ook in Rotterdam. Volgens het rapport zegt 47% van de Europese moslims de afgelopen vijf jaar gediscrimineerd te zijn. ‘’Eén op de twee moslims in de EU krijgt in het dagelijks leven te maken met discriminatie, racisme en intimidatie. Niet alleen vanwege hun geloof, maar ook vanwege hun huidskleur en etnische of immigratieachtergrond.’’
Jonge moslims die in de EU zijn geboren en vrouwen die religieuze kleding dragen worden het bijzonder getroffen door deze negatieve ervaringen. Het FRA benadrukt de negatieve invloed van racisme en discriminatie, vooral in de arbeidsmarkt, huisvesting en gezondheidszorg.
‘’Een hele zorgelijke ontwikkeling’’, vindt Soytekin in een stad als Rotterdam, die dan ook op de hoogte gebracht wil worden hoe het staat met de huidige status van het dashboard voor discriminatiemeldingen. ‘’Kunt u het lobby-proces, zoals genoemd in het actieplan ‘Samenleven in één Stad’, inzichtelijk maken voor meer precieze registratie bij RADAR, politie, College van de Rechten van de Mens en OM met betrekking tot de uitsplitsing van discriminatie op basis van religie’’, luidt een van zijn vele vragen aan wethouder en partijgenoot Achbar.