‘Een carrière kan mij gestolen worden. Ik zit er voor de dieren’

1 March 2022, 22:58 uur
Politiek
mainImage

RUUD VAN DER VELDEN, 57 jaar, raadslid Partij voor de Dieren sinds 2018, samenwonend, vader.
Beroep: eigenaar van een kunsthandel.
Om wie kun je lachen: het werk van Wim T. Schippers, Gerard Reve, Willem Elsschot en Arjan Ederveen.
Hekel aan: jagers.
2e politieke partij (na Partij voor de Dieren): geen andere partij omdat er geen andere partij is die het opneemt voor de dieren.
Favoriete Partij voor de Dieren politicus: Esther Ouwehand.
Favoriete niet- Partij voor de Dieren politicus: Alexandria Ocasio-Cortez.
Feyenoord, Sparta of Excelsior: Feyenoord.
Favoriete Feyenoorder: Willem van Hanegem.
Grootste ergernis: dierenbeulen en hypocrisie.

1) Bent u raadslid uit bevlogenheid of is het ook (een beetje) carrièredrift?
‘’Carrièredrift? Haha. Nee, een carrière kan mij gestolen worden. Ik zit er voor mijn idealen. Ik werd actief voor de Partij voor de Dieren omdat ik vond dat er in Rotterdam geen partij was die het opnam voor de miljoenen inwoners van onze stad die geen stem hadden: de dieren. Zij zijn de allerkwetsbaarsten en komen in een wereld waar de mens en zijn geld centraal staan nooit of hooguit als laatsten aan de beurt. De verkeerde focus van de mens op het centraal stellen van zijn kortetermijnbelangen moest hier eens ter discussie gesteld worden.
De focus van de Partij voor de Dieren op de allerkwetsbaarsten, op de stemlozen van deze aarde, vormt de garantie dat de partij niet het recht van de sterkste centraal stelt, maar de belangen van de zwaksten een plaats geeft.  En wat goed is voor dieren is ook goed voor mensen: meer natuur, biodiversiteit en een gezonde leefomgeving. En ik zal blijven vasthouden aan deze idealen en sluit dus geen compromissen op onze kernthema’s: dieren, natuur en milieu.’’

2) Wanneer is een raadslid een echte Rotterdammer?
‘’Als hij de stad kent. Daar bedoel ik mee: de geschiedenis, de wijken, de straten en natuurlijk de inwoners. En zich niet laat leiden door al dat onzinnige citymarketing-gelul.’’

3) Wat zou u aan de stad veranderen als u het ondemocratisch helemaal alleen voor het zeggen had?
‘’Het traditionele denken gaat er nog steeds vanuit dat er eerst geld verdiend moet worden, voordat we serieuze aandacht kunnen gven aan zaken die echt van belang zijn, zoals mensen- en dierenrechten, het behoud van onze natuur en milieu. De kernvoorwaarden voor ons bestaan worden gezien als luxe. Geld zijn we gaan zien als een doel op zich. Ik zou een economie willen die ten dienste staat van alles wat het leven de moeite waard maakt. Een leven in harmonie met alle bewoners van deze planeet: mens en dier. Als ik dan toch iets mag noemen: geen dierproeven meer in Rotterdam. En nu toch bezig ben: ik zorgde voor een basisinkomen, stopte met bouwprojecten die ten koste gaan van ons kostbare groen en vormde de dierentuin Blijdorp om tot een ecopark zonder dieren die gevangen zitten.’’