De drijvende boerderij Floating Farm in Merwe-Vierhavens is en blijft een doorn in het oog van de Partij van de Dieren. Toch houdt ook het huidige stadsbestuur (Leefbaar, VVD, D66 en Denk) vast aan wat diervriendelijke Rotterdam absurdisme vinden. De verantwoordelijke wethouder Zeegers (D66) verwierp in elk geval de meest recente poging van de Partij voor de Dieren om van dit omstreden experiment af te komen door middel van de geurverordening. Juridisch geen sprake van stankoverlast op die locatie, luidde het oordeel.
‘’Ongestoord woongenot is een grondrecht’’, had de Partij van de Arbeid geopperd, wijzend op de Wet geurhinder en veehouderij. Maar volgens de juristen van wethouder Zeegers had de bestaande jurisprudentie betrekking op overbelaste situaties in de intensieve veehouderij. En daar is inzake de drijvende boerderij geen sprake van.
‘’Omdat de Rotterdamse veehouderijen, waaronder de Floating Farm, niet in de categorie van overbelaste situaties in de intensieve veehouderij vallen zijn odeureenheden niet van toepassing, maar is - bij het verlenen van vergunningen - sprake van afstandscriteria’’, aldus de wethouder. En ook op die afstandscriteria is de drijvende boerderij niet te pakken, want het wordt allemaal pas kritiek bij 100 meter, terwijl in Merwe-Vierhavens de afstand naar woningen 160 meter is.’’
Zie ook:
https://dagblad010.nl/politiek/kalfje-drijvende-boerderij-net-niet-verdronken-actie