Er is voor het stadsbestuur van Rotterdam geen aanleiding om aanvullende controles uit te voeren op de Floating Farm aan de Gustoweg op de grens met Schiedam. De Partij voor de Dieren, die een dierenverblijf op water bespottelijk vindt, had dit verzocht omdat een kalfje door een hekwerk was gebroken, in het water was beland en door toevallige omstanders van de verdrinkingsdood was gered.

‘’Koeien en kalveren breken wel vaker door omheiningen. Logisch, ze snakken naar vrijheid. Maar waar het doorbreken van hekwerken en andere afscheidingen op het boerenland niet een onmiddellijk gevaar voor koeien en kalveren betekent, is dat wél het geval als deze dieren op het water worden gehouden. De Floating Farm dobbert op het water van de Merwehaven’’, had raadslid Van der Velden aan wethouder Kurvers geschreven. Hij vroeg of er bouwkundige voorschriften waren opgenomen in de afgegeven omgevingsvergunning.

‘’Nee’’, was het antwoord. Rotterdam had in augustus 2016 alleen een vergunning verleend voor de activiteit Bouwen. Wel was de brandpreventieve veiligheid daarmee geborgd. Niet het uitbreken. En daarmee leek de Partij voor de Dieren beet te hebben. Totdat in het antwoord van de wethouder bleek dat het kalfje niet op de drijvende boerderij, maar volgens de beheerders op het miniatuurveldje ernaast was uitgebroken.

‘’Het incident vormt derhalve geen aanleiding om te veronderstellen dat de bouwkundige voorschriften zoals opgenomen in de afgegeven omgevingsvergunning niet afdoende zijn om veiligheid voor de koeien op de drijvende stal te waarborgen’’, aldus Kurvers.

Einde discussie.